Het is inmiddels al weer heel wat jaren geleden dat ik in mijn eigen leertherapie zat. Als ik er aan terug denk behoort het onderzoeken van mezelf onder begeleiding van een psychotherapeut als een van de allerbeste dingen die ik heb mogen ervaren. Eén aspect uit die therapie die ik ontzettend waardevol heb gevonden was hoe Christa, mijn therapeut, mij af en toe een kijkje gaf in haar eigen leven. Ze had een uiterst goed gevoel voor timing daarin, net op de momenten dat ik het nodig had, deelde ze een persoonlijke ervaring die mij hielp iets uit mijn eigen leven beter te accepteren. Het gaf me het gevoel van normaal te zijn: “Oh, het is dus okay dat ik dit voel, denk of mezelf zie doen?”. Het hielp mij om iets losser naar mijn eigen gedrag te kijken. Het heeft me geholpen mezelf te accepteren.
Vandaar dat ik jullie in mijn blog zo af en toe ook een kijkje geef uit mijn persoonlijke leven. Niet omdat ik de behoefte heb iets van mezelf op te schrijven, integendeel; ik vind het veel makkelijker te schrijven over een psychologisch thema dat niet over mezelf gaat. Ik hoop dat een stukje van mezelf bijdraagt in een stukje herkenning van iets uit jouw leven. In de tijd van mijn therapie merkte ik hoe ik Christa soms op een voetstuk zette. Dat is altijd gevaarlijk als zoiets gebeurt omdat iemand er dan zeker weten en keer van afvalt. Het strookt namelijk niet met de complete werkelijkheid. Juist doordat zij mij af en toe meenam in haar eigen persoonlijke beleving, bleef ze voor mij uiteindelijk ook gewoon een mens net als ik. Het normaliseerde onze therapeutische relatie. Dat stukje gelijkwaardigheid wat er dan ontstaat hielp mij me veilig te voelen en me te ontspannen op een dieper niveau waardoor ik beter in staat was hoekjes en plekjes in mijzelf te verkennen waar ik anders misschien aan voorbij gelopen was. Zo dus ook deze blog naar aanleiding van iets uit mijn eigen leven. De situatie waar ik over vertel gaat zo’n ruim tien jaar terug in de tijd. Ik vermoed dat mijn man en ik een kleine vijf jaar bij elkaar waren. De precise context kan ik me niet meer herinneren, maar in het gesprek met Christa ging het over koosnaampjes. Ik vertelde Christa dat mijn man mij schatje noemde. Hoezeer ik ook wist dat hij het liefdevol bedoelde, bespeurde ik iedere keer bij mij een lichte verwarring en soms ook ergenis. Het gaf me geen gevoel van liefde. Ik begreep dat niet van mezelf. Rationeel kwam ik niet verder dan dat ik het woord misschien iet wat denigrerend voelde. Misschien iets wat ik uit de media zo heb opgeslagen. Mijn zelfanalyse maakte me niet rustig ik voelde me schuldig dat ik zo’n lief bedoeld woord niet op een liefdevolle manier kon laten resoneren in mezelf. Ik zei er niets van tegen mijn man omdat ik hem niet wilde kwetsen. Christa vroeg aan mij wel koosnaampje ik gebruikte. “Ik doe dat niet” zei ik". “Dat voelt niet natuurlijk, zo ken ik mezelf niet”. Ik vertelde haar dat ik het ook lastig vond wanneer mijn man zei dat hij van me hield. In plaats van zijn liefde te voelen, kon ik daar op zo’n moment niet van genieten en schoot ik meteen in een kramp omdat ik vond dat ik nu ook zoiets terug moest zeggen. Het voelde voor mij natuurlijker en authentieker om dingen te zeggen als “ik ben ook zo gek op jou”, of “ik word zo blij van je”. Ik bespeurde een gevoel van schaamte, hier ben je dan Marit, in een volwassen relatie en je kunt niet eens zeggen dat je van je man houdt, terwijl ik diep van binnen wist dat ik nog nooit zo gehouden heb van iemand. Tussen weten en voelen zit dus een verschil. Christa vroeg wat ik een fijner woord zou vinden om het woord schatje mee te vervangen. Dat was een nog lastiger vraag voor mij. Ik kon haar daar in het gesprek geen antwoord op geven. In de dagen daarna herinnerde ik me het bezoek van een vriendenstel die bij ons had gelogeerd. Het was me opgevallen hoe ze tegen haar vriend “lief” zei en hij tegen haar alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Ze zeiden dat gewoon waar wij bij waren, zonder dat het klef was. Terug bij Christa vertelde ik haar dat ik ‘lief’ een fijner woord vond. Blij dat ik eruit was en een oplossing dacht te hebben, schrok ik behoorlijk toen Christa voorstelde dat ‘lief’ het woord zou worden die ik vervolgens de weken daarna zou gaan zeggen tegen mijn man. Zonder hem hierover in te lichten, gewoon zomaar vanuit het niets! Afijn ik ging die uitdaging schoorvoetend aan en begon aarzelend dit nieuwe koosnaampje te plakken achter dingen die ik zei. Het voelde uiterst vreemd, alsof je praat met een droge beschuit in je mond, verre van vloeiend! Ik heb nooit gemerkt dat mijn man dat in de gaten had en bij navraag bevestigde hij dit ook. Het resulteerde in iets wat ik nooit had verwacht, mijn man begon uit zichzelf mij ‘lief’ te noemen! Die had ik niet aanzien komen. Voor mij werd het gebruiken van dit koosnaampje steeds natuurlijker en ik schat dat we drie vier maanden verder dit beiden heel normaal waren gaan vinden.. Ik leerde hierdoor een krachtig instrument, namelijk dat wat je graag wilt horen, zien of voelen in je relatie dat je dat vooral eerst zelf moet gaan doen. Als het namelijk iets is wat de ander een fijn gevoel geeft, gaat hij of zij dat vanzelf waarschijnlijk kopiëren, zo zijn wij mensen ingesteld. Dat wat goed voelt, onthouden we en nemen we over. Wil je dus dat je partner je vaker een knuffel geeft, zou je het fijn vinden vaker waardering te horen van je partner, heb je het gevoel dat hij of zij niet oprecht naar je luistert, ga het dan zelf meer en duidelijker doen in plaats van je partner hier verantwoordelijk voor te houden. Onbewust projecteren we namelijk vaak iets van onszelf op de ander. In het moment kun je er totaal van overtuigd zijn dat hij of zij gedrag laat zien wat veranderd moet worden voordat jij verder kan. Natuurlijk kan daar ook zeker een kern van waarheid in zitten maar het is echt de moeite waard om het eerst eens bij jezelf te zoeken. Ik had destijds niet in de gaten dat ik tegen iets in mezelf aanliep. Ik was me niet bewust dat mijn hart nog geblokkeerd was en dat ik weerstand had om het terrein van liefdevolle erkenning naar mezelf en een ander op te gaan. Ik had mezelf nog maar deels lief en daar had ik nog werk te doen. Je zult misschien nu wel begrijpen dat ik achteraf juist blij was dat mijn man mij eerst schatje noemde omdat het iets in mij losmaakte waar ik mee aan de slag moest en wat ik niet had willen missen. Door de juiste begeleiding kreeg ik de kans zelf een nieuw terrein op te gaan en van daaruit mijn hart beetje bij beetje te openen. Dikwijls verschijnt er nu een innerlijke glimlach als ik me keer op keer erop betrap hoe mijn hart nu zo makkelijk spreekt en ik het woord lief of lieverd uitspreek naar steeds meer mensen om me heen. Ik had dat jaren geleden absoluut voor iets onmogelijk gehouden en nu moet ik me soms inhouden omdat ik me ook realiseer dat er anderen zijn die net als ik dat nog niet zo gemakkelijk kunnen ontvangen en ik niemand ongemakkelijk wil maken. Zo zie je maar weer dat we niet volwassen worden door leeftijd, maar dat we volwassen worden door ons groeiend bewustzijn. Comments are closed.
|
Archief
February 2020
|