Hoe zit dat toch, we zijn sociale wezens met behoefte aan connectie en verbinding maar soms kunnen de contacten en relaties met anderen enorm vermoeiend zijn. Het lijkt alsof we onszelf voortdurend in de weg zitten òf dat we in de weg gezeten worden door een ander.
Sommige van de volgende situaties zul je misschien wel herkennen; ‘Hoe goed het je ook doet dat je weet dat jij iemand bent die altijd klaar staat voor je familie en vrienden; soms trek je zelf vaak aan het kortste eind, want niemand die eens vraagt wat jij nodig hebt.’ ‘Je hebt afgesproken met je partner en kinderen om ’s avonds samen naar de bios te gaan, als je beste vriendin een speciaal dineetje heeft geregeld zodat je haar nieuwe vlam kan ontmoeten en je twijfelt wat je moet besluiten… Vaak willen we niemand teleurstellen en nemen we ongemerkt de verantwoordelijkheid voor de gevoelens van iedereen. We denken te weten wat de ander wel of niet van ons zal denken. Vaak is de uitkomst dat we onze eigen gevoelens en gedachten negeren. Allemaal voorbeelden die met hetzelfde fenomeen te maken hebben; grenzen. Hoe stel je grenzen en hoe bewaak je ze? Hoe ga je om met de behoefte en verlangens van een ander? En waar plaats je je eigen verlangens? Hoe je omgaat met grenzen heeft vaak te maken met de balans tussen ons menselijke verlangen te willen versmelten met een ander en de pijn je afgescheiden te voelen van een ander. De mate waarin we tijdens ons opgroeien te maken hebben gehad met ontberingen op het gebied van hechting, veiligheid en continuïteit bepaald in grote lijnen hoe we omgaan met grenzen; of we zichtbaar durven zijn met onze eigen verlangens, nee zeggen als we nee bedoelen, durven vaststellen wat acceptabel is maar ook wat niet oké is, je durven laten leiden door je gevoel. Ja, zelfs als dit betekent dat we anderen teleurstellen en onze behoefte om goedgekeurd te worden laten varen. Het is een beetje contra-intuïtief en vereist bewuste oefening. Geen grenzen voor jezelf hebben, zorgt dat je constant op de buitenwereld gericht bent. Het hart staat te open en er stroomt zo geen energie naar binnen toe die jezelf voedt. Deze manier is uitputtend. Vaak proberen we de leegte in onszelf weer te vullen door ons op dezelfde manier weer excessief op anderen te richten. Te starre grenzen zorgen ervoor dat het hart gesloten blijft. Het binnenste van ons stroomt niet naar buiten en van buiten stroomt wordt er niets binnen toegelaten. Dit leidt vaak tot eenzaamheid, onzekerheid en somberheid. Juist deze gevoelens houden deze grenzen in stand omdat het je de energie en kracht ontneemt je te verbinden met een ander. Als een lege accu wachten we op startkabels. We zetten onszelf in de wacht, hopend dat iemand ons komt redden. Ergens in dit spectrum van geen grenzen aan de ene kant en te starre grenzen aan de andere kant zitten we allemaal. We worden helaas niet geboren met een kant en klare vaardigheid om adequaat met grenzen om te gaan. We zijn hiervoor in de eerste plaats afhankelijk van hoe onze opvoeders omgaan met grenzen. Daar kijken we het vanaf; wat we om ons heen zien kopiëren we of het nu gezond gedrag is of niet. Hier ligt ook een van de redenen dat wij mensen grenzen moeilijk vinden. Soms hebben onze ouders dat namelijk ook niet kunnen afkijken of kunnen oefenen en dus worden ongezonde grenzen doorgegeven van generatie op generatie. Gezonde grenzen zijn geen muren of hekken met prikkeldraad. Het zijn poorten, deuren die we selectief kunnen openen als het gezond is om dat te doen. De juiste balans is een mix van structuur en vloeibaarheid, bijna als een open hart met een stevige poort bij de opening. We laten niet zomaar iemand binnen. We openen selectief en laten onze grenzen zakken als we weten dat het gezond is om dat te doen. Niets is duurzaam zonder grenzen." ~ Brené Brown |
Archief
February 2020
|