We ervaren allemaal weleens perioden in je leven die lekker gaan, dat alles vloeiend verloopt dat je handen en voeten kunt geven aan dat wat je meemaakt, je begrijpt wat er om je heen gebeurt en waarom je voelt zoals je je je voelt. En er zijn perioden dat je het gevoel hebt dat alles wat zeker was uit elkaar valt, inclusief jezelf. Je kent jezelf niet meer, schrikt soms van je eigen gedachten of gevoelens. Je merkt dat je gevoelens en reacties intenser worden, verstoord lijken. "Ik wordt toch niet gek?", is een veel voorkomende gedachte die erg beangstigend kan zijn. Maar deze gedacht is niet zo vreemd als je jezelf niet meer herkent en je schrikt van wat je waarneemt bij jezelf. Je snapt jezelf niet meer. Je gevoelens worden negatiever. Je begint zwart -wit te denken, in extremen, er is geen ruimte meer voor reflectie, alles voelt te veel en je voelt je snel overweldigt. Ook lijkt het alsof sommige functies en vaardigheden je niet meer zo goed lukken. Je kan je simpele dingen niet meer herinneren, komt niet op bepaalde woorden of namen, je wordt onhandig, struikelt, laat dingen uit je handen vallen of je bent van alles kwijt. Ben je gek aan het worden? Welnee, we noemen deze staat gefragmenteerd zijn. Om te begrijpen wat fragmentatie betekent leg ik eerst uit hoe het tegenovergestelde van gefragmenteerd er uit ziet. Als we niet gefragmenteerd zijn zijn alle verschillende aspecten van onze persoonlijkheid één samenhangend geheel dat op een gecoördineerde manier functioneert. We worden allemaal geboren met de natuurlijke neiging om onze ervaringen te integreren in een samenhangende levensgeschiedenis en een stevig besef van wie we zijn. Ons integratieve vermogen stelt ons in staat om het verleden van het heden te onderscheiden en om aanwezig te blijven in het heden wanneer we aan ons verleden of onze toekomst denken. Met dit vermogen ontwikkelen we ons zelfbesef, wie we zijn en zo begrijpen we onszelf. We schakelen soepeltjes tussen de verschillende aspecten van onszelf; net zo als een versnellingsbak van een auto schakelen we tussen denken, voelen, besluiten en handelen, ongeacht de situatie of waar we ons in bevinden. Het geeft ons een stabiel en voorspelbaar gevoel. Wanneer ons zelf besef helder is kunnen we onze ervaringen die we opdoen een plek geven in wie we zijn. Als ik het zou tekenen ziet onze persoonlijkheid met verschillende aspecten er uit zoals in tekening 1. Alle losse deeltjes bevatten aspecten die we zijn. Herinneringen zitten in een deel, denken zit in een deel, gevoel zit weer in een ander deel, onze lichamelijke gewaarwordingen zit in een deel, onze vaardigheden om een auto te besturen in een deel, hoe we onszelf geruststellen in een deel en ga zo maar door. De delen zitten dicht tegen elkaar aan en vormen één geheel. We schakelen met gemak tussen de verschillende delen en begrijpen daardoor wat we aan doen zijn en wat er met ons gebeurt. Wanneer we in ons leven overweldigd raken kan je psyche je persoonlijkheid even tijdelijk uit elkaar laten vallen (zie tekening 2). Je valt uiteen in losse deeltjes (fragmentjes). Hierdoor kan je psyche het nare, overweldigende of bedreigende gevoel in losse deeltjes stoppen en deze deeltjes buiten je bewustzijn houden. Je hebt hier dan even tijdelijk geen ‘last’ van. Je hebt misschien weleens gehoord hoe mensen in een zwaar ongeluk toch in staat waren zichzelf veilig te stellen door bijvoorbeeld uit een auto te kruipen terwijl ze zwaar gewond waren. Door de hevige pijn naar je onderbewust zijn te verplaatsen voel je die op dat moment niet. Wanneer we gefragmenteerd zijn wordt ons integratieve vermogen aangetast. Je gevoel komt niet meer overheen met je beleving. Je gedachten, gevoelens of herinneringen kunnen aanvoelen alsof ze niet van jou zijn. Doordat de deeltjes niet meer dicht naast elkaar liggen kun je minder goed schakelen tussen de verschillende delen en kun je je daardoor minder goed aan passen aan nieuwe situaties. Je raakt snel overweldigt. Als je in je denken zit kunnen je gedachten met je aan de haal gaan omdat je niet kunt schakelen naar je geruststellende deel. Als je in gevoel zit kan het zijn dat je volledig geabsorbeerd wordt door je gevoel en dat dat met je aan de haal gaat. Je kunt verdwijnen in verleden of toekomst en het lukt je niet meer om in het heden te zijn.
Wanneer we gefragmenteerd raken, kunnen we onze ervaringen niet adequaat integreren en ontstaat er een onzeker zelfbesef. Gefragmenteerd zijn vraagt niet alleen geestelijk veel van je, het beïnvloedt ook je lichamelijke gesteldheid. Er worden voortdurend stresshormonen aangemaakt en daardoor verkeer je constant in een staat van paraatheid. Dit is buitengewoon vermoeiend en door het continue gevoel van ‘aan’ staan is het lastig je te ontspannen. Ook al ben je moe kan het best zijn dat je niet goed slaapt. Ook kan het zijn dat je merkt dat je je niet zo goed kunt concentreren, dingen kunt herinneren en ook je motoriek kan haperen. Je laat dingen uit je handen vallen, loopt tegen objecten aan, of gevoel van wankel zijn. Dit komt omdat sommige delen in deze tijden van stress te veel of juist te weinig in gebruikt worden. Niet iedereen valt zomaar uit elkaar. Je karakter, je zelfbesef, je levensgeschiedenis, of er traumatische ervaringen zijn geweest en je huidige omstandigheden spelen een grote rol. Het is vaak een hele geruststelling dat je ten eerste begrijpt dat je niet gek aan het worden bent maar dat je last hebt van een natuurlijk fenomeen die er voor zorgt jou te beschermen. Je psyche is waarschijnlijk overweldigd geraakt en wil het op deze manier oplossen. De mate van fragmentatie verschilt bij iedereen. In de meeste gevallen val je na verloop van tijd ook vanzelf weer samen. Als het langer duurt en je herkent de symptomen zijn er een aantal oefeningen die je kunnen helpen weer ‘bij elkaar te komen’. Een simpele oefening is je lijf aanspreken. Dat kan door je lichaam even tijdelijk onder druk te plaatsen. Bijvoorbeeld door in een zithouding tegen de deur aan te zitten waardoor je al snel je bovenbenen gaat voelen, jezelf een paar keer op te drukken of de mountainclimber oefening te doen (zie hier uitleg: https://youtu.be/nmwgirgXLYM). Minder extreem maar ook effectief is door met je vuisten je hele lichaam te kloppen (voor en achterkant). Je wil jezelf geen blauwe plekken slaan maar het mag best gevoelig zijn. Je dwingt daardoor je zenuwstelsel de verschillende sensaties in je lichaam waar te nemen. Dit gewaar worden van de verschillend lichaamssensaties maakt je weer bewust van het hier en nu en hierdoor kom je als het ware weer terug in jezelf. Door deze oefening met je volledige aandacht uit te voeren activeer je je zintuigen. Je kunt niet tegelijk iets waarnemen met je zintuigen en je tegelijk angstig te voelen. Je maakt gebruik van een gedeelte in je hersens waardoor je weer rustiger wordt. |
Archief
February 2020
|