“Zijn er nog vragen?”, "Eenmaal andermaal…” De docent meditatie houdt een klankschaal en het bijbehorende slagwerk in zijn hand. Er hangt een voelbare spanning in de zaal, gelukkig zijn er nog mensen met vragen, hoor ik mezelf denken. Zelf ben ik ook ook naarstig op zoek of er nog iets is dat ik wil weten, al is het alleen maar om mijn stem nog even te horen nu het nog mag. Straks als de docent de klankschaal laat zingen zullen we 7 dagen in stilte met elkaar zijn.
Een retraite is jezelf afzonderen met als doel jezelf te onderzoeken, te observeren. Een daarvoor geschikte omgeving kan een klooster of een speciaal daarvoor opgericht retraitecentrum zijn. Voor mij is dit mijn eerste stilte retraite. Mediteren doe ik wel regelmatig maar een hele week toewijden aan stilte is nieuw voor mij. Ik begin er dan ook met gemengde gevoelens aan. Gelukkig is er een dagelijks terugkerend programma voor de bijna 50 deelnemers. Er zijn yoga- en meditatie lessen, stilte wandelingen en er wordt in de middag uitleg gegeven waarom we dit doen en wat we kunnen doen om dit proces te bespoedigen. Het team dat ons begeleidt bestaat (zij praten wel) uit een yoga docente, twee docenten die ons zullen begeleiden in de meditaties, een massagetherapeut en ze brengen hun eigen kok mee die de hele week een veganistische detox buffet zal samenstellen voor ons. In het vliegtuig blijk ik naast de yogadocent te zitten. Ze had zich al afgevraagd of ik een deelnemer zou zijn, ze had namelijk het boek “In Stilte’ van Mirjam van Biemen gespot dat verdrukt achter mijn te lange benen in de stoelzak voor mij zit. Enthousiast begin ik te vertellen dat het een fijn nuchter boek is over de ervaringen van een journalist die verschillende stilte retraites uitprobeert. De yoga docente vraagt of ik de mail heb gehad waarin staat dat we geen boeken hoeven mee te nemen omdat het lezen van een verhaal je weghaalt bij jezelf. We worden juist aangemoedigd externe prikkels als boeken, telefoon, praten met anderen en social media te eli-mineren. Ik heb inderdaad die mail niet ontvangen en terwijl ik op me in laat werken wat ze zegt, zit de krant die ik op het vliegveld heb gekocht me aan te staren vanachter het boek. Ik had me best verheugd op weer eens een papieren nieuwsoverzicht maar ik durf de krant nu al bijna niet meer te voorschijn te halen. Het is half vier in de middag als de klankschaal klinkt, we hebben nog even tijd voor onszelf tot dat om kwart voor vijf de yoga begint. Aansluitend hebben we meditatie en als laatste op het programma is het dinerbuffet. Onwennig loopt iedereen weer uit de zaal naar hun kamer of verkent het prachtige terrein. Ik stuur mijn laatste appje, waarin ik uitleg dat ik in geval van nood te bereiken ben op het mailadres van de receptie. Het is bijzonder aanmoedigend te zien dat alle medewerkers in het gebouw solidair met ons in stilte zijn. De mensen in de keuken, de schoonmakers, en bij de receptie liggen notitie blokjes met schrijfgerei om op die manier te communiceren. Ze stralen een plezierige rust uit en ze lijken het volledig normaal te vinden. Het geeft me een gevoel van veiligheid en het stimuleert me deze week echt serieus te nemen en ook echt de uitdaging met mezelf aan te gaan. Iedere ochtend beginnen we de dag om kwart over zeven met yoga. Aansluitend is er meditatie en na de meditatie is er ontbijt om negen uur. De eerste twee dagen vind ik best zwaar, de yoga gaat snel, en tijdens meditatie begint tijdens het zitten op de grond mijn rug op te spelen. De tweede dag heb ik de hele dag ontzettende hoofdpijn, vage misselijkheid, grieperige rillingen en spierpijn. Ik schrijf uit voorzorg een briefje dat ik de docent kan geven mocht ik een les halverwege moeten verlaten. Gelukkig hoef ik het briefje niet te gebruiken, de bewegingen van yoga helpen me er juist doorheen. We horen dat deze symptomen normaal zijn wanneer je je lichaam begint te ontgiften. Zonder dat we onderling praten begrijp ik dat meer mensen detox verschijnselen hebben. Soms zie je mensen gebaren dat ze hoofdpijn hebben en koffie missen. Soms gebaren ze niets maar lees je in hun lichaamshouding dat ze ook niet lekker in hun vel zitten zoals ik. Nu we in stilte met elkaar zijn vind er een andere communicatie plaats. Een veel subtielere. Ik geniet daar erg van, het lijkt of het hart over zoveel manieren beschikt om met een ander te communiceren zonder te praten. Welgemeende knikjes, een knipoogje, een blik, een aanraking, ik ben er van onder de indruk hoe dit vanzelf gaat. Het maakt het samen eten aan tafel verre van ongemakkelijk. Ik had nooit gedacht dat in stilte het nog gezellig natafelen zou kunnen zijn met anderen aan tafel! Als de maaltijd klaar is, blijven verscheidene nog in gezelschap van elkaar in stilte aan tafel zitten, ik vind dit zelf ook prettig. Doordat we niets van elkaar weten, geen naam, hoe we klinken, op wat voor manier we praten, wat we doen voor werk of waar we vandaan komen is er niets om ook maar een oordeel over te vormen. Wat overblijft is bij iedereen hetzelfde, het geeft een gevoel van eenheid en dat voelt warm en veilig. Na twee zware dagen begint bij mij een welkome omslag. Ik word nu voor het alarm wakker en ik voel me blij en fit! Mijn lijf voelt steeds soepeler en de yoga gaat steeds lekkerder, ik kijk er zelfs naar uit! Waar ik eerst tijdens mediteren nog weleens spiedend op mijn horloge keek, vliegt nu de tijd voorbij. Ik merk dat het fijne, constante rustige gevoel waar ik terecht kom tijdens het mediteren iets is wat ik vast wil houden. Het valt me op dat ik het stil zijn niet zo moeilijk vind, maar het vasthouden van dat fijne meditatie gevoel wèl. Al begin ik iedere dagwel meer voeling te krijgende de stilte in mij. De eerste twee avonden heb ik toch gelezen voor het slapen gaan. De derde avond merkte ik hoe het boek me weg nam bij dat heerlijke gevoel wat deze dagen zo is ontstaan in mij. Boek dicht dus en heerlijk mijn ademhaling weer opzoeken om op die manier weer bij mijn ware zelf te komen. Het was bijzonder te merken hoe ik op een ochtend heel blij en energiek wakker werd ondanks dat het buiten regende. Ineens kwam uit het niets een ander deel van Marit naar voren dat mij ongerust herinnerde aan het feit dat ik normaliter regen geen fijne start van de dag vind en zeker niet op vakantie! Tja en toen voelde ik hoe ik kon kiezen, tussen mijn ego, die overal iets van vindt en mijn ware zelf die het totaal niet uitmaakt wat voor weer het buiten is. Ik begon te begrijpen wat de docent meditatie bedoelde dat je keus hebt met welke gedachten of gevoel je je wilt identificeren. Het is fijn te ervaren hoe de uitleg van de docenten steeds meer vorm krijgen in mijn eigen beleving. We bezitten allen een aangeboren vermogen om onze geest en lichaam te vertragen, onszelf los te koppelen van activiteit en de diepten van ons ongeconditioneerde zelf te bezoeken. De meditaties zijn niet bedoeld om geen gedachten en gevoelens meer te hebben maar meer te ervaren dat deze continue veranderen. Dat het meer impulsen zijn dan dat het weloverwogen bewuste ingevingen zijn. We hoeven ons er niet mee te identificeren en dat geeft een serene rust. Voorbij gedachten, gevoelens en lichamelijke gewaarwording is een constante serene stilte die je laat ervaren hoe je je aardse bestaansniveau kunt ontstijgen. Hoe je je kunt verbinden bent met iets groter dan jezelf. Deze verbinding brengt een gevoel van gelukzaligheid, welbehagen en dankbaarheid ter weeg. Ik merk dat ik de goddelijkheid van ons bestaan hier beter begrijp. Gaande weg de week valt het me op hoe heerlijk rustig ik word en ik niet van mezelf allerlei dingen meer hoef. Ik hoor mijn gedachten nog wel die dingen zeggen als: “Loop anders nog even langs het buffet, misschien ligt er iets lekkers”, of “Je kunt nu ook lekker in die heerlijke zitzakken bij het zwembad gaan liggen in plaats van hier zo in deze ongemakkelijke stoel te zitten”, “Je hebt al heel lang niet meer gelopen, laat staan gerend, moet je niet even een flinke wandeling maken in de buurt?” Ik zie tijdens een van mijn meditaties mijn lieve opa die al vroeg in mijn jeugd overleed. Het is een blij weerzien en de tranen stromen van blijdschap en dankbaarheid. Doordat er zoveel ruis verdwijnt komen mijn gevoelens dichter aan de oppervlakte. Ik heb veel tranen laten lopen deze week vooral tijdens yin yoga en de meditaties, ook kwam boosheid en weerstand voorbij. We leren het gevoel er te laten zijn, het te omarmen en te voelen. Door dat te doen verdwijnt het gevoel vanzelf. Vaak voelde ik me daarna erg helder en kwam er een nieuw inzicht, of ik voelde veel liefde en dankbaarheid. Voor mij zeker een week die ik weer ga doen. Deze stilte is dus allesbehalve leeg, maar zit vol antwoorden! Ik sluit af met een passende quote van Jimi Hendrix ‘Toch moet het allemaal van binnenuit komen, denk ik” Veel mensen komen in mijn praktijk met een wens dat ze willen veranderen. Iets in hun huidige gedrag bevalt hun niet meer. Karaktereigenschappen waar ze uit gegroeid lijken te zijn, of oude patronen die niet meer hetzelfde effect hebben als dat ze vroeger hadden.
Veranderen is een geheimzinnig proces en niet altijd even duidelijk waar te nemen. Ik zie in mijn praktijk heel veel mensen veranderen. Soms heel duidelijk en snel, meestal geleidelijk en heel subtiel. Dat het gebeurt is een ding wat zeker is en dat zal ook iedere wetenschapper bevestigen. Het enige constante is verandering zeggen zij. Desondanks kan de ervaring zijn dat er geen verandering plaats vindt, alsof je stil staat of zelfs tegen de stroom in gaat. Het kan dan helpen om je proces eens onder een vergrootglas te leggen bij een therapeut. Er kan een blokkade zijn, het kan ook zijn dan de verandering heel subtiel plaats vindt en dat je met gereedschap hier wat bewuster van kunt worden wat vaak al een beter gevoel geeft. Verandering is naar mijn mening in de eerste plaats een innerlijk proces en het bevindt zich op de haarscherpe grens tussen nieuwsgierigheid en angst. Tussen ergens tegen zijn of ergens naar toe gaan. Het is een complex proces. Het hangt af van iets innerlijk kunnen absorberen. Er moet als het ware van binnen iets gebeuren dat de verandering ook aankan. Een voorbeeld. Ouders kunnen het gevoel krijgen steeds maar hetzelfde te moeten uitleggen aan hun kind. Alsof iets niet blijft hangen en het kind niet verandert in het gedrag. Je wilt misschien dat je kind vanuit zichzelf begrijpt dat jij geen oog dicht doet als het na een avondje stappen niet op de afgesproken tijd thuis komt. Je kind luistert misschien wel omdat het vreest voor de consequentie maar je wilt misschien niet altijd moeten dreigen met die regel en zou zo graag dat het kind vanuit zichzelf rekenschap houdt met jou. Je hebt herhaaldelijk uitgelegd hoe het voor jou is maar het leidt tot geen verandering. Zolang het kind vanbinnen nog niet uitgerust is met inlevingsvermogen zal het ook niet vandaar uit handelen. Er moet dus vanbinnen uit eerst iets ontwikkeld zijn. Een ander voorbeeld. Als een kind te maken heeft gehad met verwaarlozing zal het kind in een nieuwe liefdevolle omgeving meestal niet meteen positief veranderen. Dit komt omdat het kind van binnen uit nog niet is uitgerust om deze liefdevolle ontmoeting binnen te laten. Zo’n nieuwe situatie is vaak in het begin niet meteen een succes omdat iemand innerlijk niet nog niet gegroeid is, en hij of zij de innerlijke uitrusting er nog niet voor heeft. Er moet van binnen iets zijn dat het nieuwe kan absorberen en dus simpelweg slechte elementen vervangen door positieve leidt dus niet automatisch tot verandering. Verandering begint met een dieper verlangen van binnen uit. Men begint zichzelf wezenlijke eerlijke vragen beginnen te stellen. Vragen als: Hoe kom ik erachter wat me in de weg zit, wat ik verkeerd doe? In welk opzicht gaat het mis met de wijze waarop ik denk, me gedraag, me identificeer? En hoe moet ik me dan wel gedragen? Welke manier van denken zal me verder helpen? In gesprekken valt op hoe mensen eigenlijk wel al snel weten hoe ze zouden moeten veranderen, wat ervoor nodig is. Ze kennen de stemmetjes in hun hoofd, of krijgen het te horen uit hun omgeving. Ze stemmen er zelfs mee in en toch blijft de verandering uit. Waarom gebeurt er dan niets? Deels heeft dat dus te maken met de innerlijke uitrusting die misschien nog niet rijp genoeg is. Een ander deel heeft te maken met identiteit. Het is gek maar dat wat je wilt veranderen, of het nu bepaald gedrag, gedachten of opvattingen zijn, het geeft je op een bepaalde manier ook zekerheid, het geeft je identiteit. Je kent jezelf vaak al zo lang op deze manier. Zelfs al lijd je eronder, je weet dat je dit bent omdat je zo handelt en denkt. Doorgaan op deze manier is makkelijker dan iets veranderen en jezelf te verliezen want zo voelt dat. Je verzetten tegen verandering geeft je ook identiteit, niet- verzet is iets overgeven in jezelf en dat voelt gevoelsmatig eerder als geen overzicht, chaos, verlies van jezelf. Verandering komt van binnen uit, als ook in je diepste lagen iets nieuwsgierig wordt. Als diep van binnen je als het ware je repertoire van hoe je bent wilt uitbreiden. Het is een soort innerlijke dynamiek tussen angst en nieuwsgierigheid. Wanneer angst toeneemt duwt het nieuwsgierigheid terug. Wanneer angst zich terugtrekt, beweegt nieuwsgierigheid zich voorwaarts. Dit zijn cycli van ontwikkeling. Er blijven altijd weer nieuwe elementen in het leven zich aandienen die in eerste instantie weer angst opwekken, hierdoor gaan we onszelf als van nature beschermen. Intussen rijpen we van binnen, we nemen dit niet direct waar, het is een innerlijke groei die nog niet is verwezenlijkt. Op het moment dat we aanvaarden waar we ons in eerste instantie tegen hebben verzet begint van binnen het rijpingsproces. We rijpen totdat we onbewust als vanzelf meer vertrouwen voelen om een nieuwe stap te zetten dan vasthouden aan angst. De meeste veranderingen merken we niet op, dat komt omdat het langs die haarscherpe grens van vermogen om te veranderen gaat. De meeste veranderingen die ik zie zijn heel subtiel, mensen worden geleidelijk evenwichtiger, sterker. Ze voelen dat ze meer invloed hebben, meer inzicht hebben gekregen, gevoeliger worden, dat ze meer gezag hebben bij mensen om hun heen, dat ze beheerster door ups en downs heen gaan, en meer genieten van het leven, dat ze zekerder van zichzelf zijn. De mate waarin een ander jou ziet en ontmoet bepaald de mate waarin jij jezelf voelt, je er mag zijn. Je gevoel van zelf groeit op die momenten. Het geeft je het gevoel dat je er toe doet en wat er in je omgaat normaal is, ook als het onplezierige gevoelens zijn. Het is fijn als iemand anders je uitlegt hoe hij of zij zich bijvoorbeeld ook weleens heeft geschaamd. Hierdoor normaliseert het akelige gevoel van schaamte zich en is de kans groter dat jij in een volgende situatie je schaamte niet onderdrukt maar herkent en ook begrijpt.
Vooral als we jong zijn en ons gevoel van zelf nog moet groeien zijn deze momenten waarin een ander ons spiegelt erg belangrijk. We hebben juist dan de realiteit van een ander nodig om onszelf te vinden. Als iemand anders onze gevoelens opmerkt voelen we ons op een dieper niveau van binnen gezien. Iemand neemt je serieus en daardoor valt het je makkelijker jezelf serieus te nemen. Wat ik meemaak is normaal, het hoort erbij, ik hoef het niet te onderdrukken; ik hoef mezelf niet te onderdrukken. Kinderen leren hun gevoel te herkennen, te begrijpen en te uiten als hun gevoel opgemerkt wordt door een ander. Als verdriet niet wordt erkend, niet wordt benoemd dan zal het zijn eigen verdrietige gevoelens niet begrijpen en op den duur wegstoppen. Als in de omgeving van een kind boosheid wel een gangbaar gevoel van uiting is zal het kind zich vertrouwder voelen met deze emotie. Onbewust zal het registreren “Ah boosheid doen we wel!” Boosheid neem ik waar om me heen, het is normaal om je boos te voelen”. “Als ik boos ben wordt ik wel opgemerkt”. Zo begint hij zijn eigen boosheid te vertrouwen en te uiten. Hoe meer een opvoeder zijn eigen gevoelswereld herkent en begrijpt hoe echter hij of zij kan zijn met zichzelf en een ander. Wanneer een kind aanvoelt dat de ander gespannen is, maar als dit gevoel niet overeenkomt met wat de ander hem woordelijk uitlegt dan ontstaat er innerlijk verwarring. Een kind zal van nature niet twijfelen aan een volwassenen, hij zal deze verwarring onbewust bij zich zelf zoeken. “Het zal wel aan mij liggen”, “Het komt vast door mij”. Een kind zal dit niet bewust denken maar zal zich er onbewust op aanpassen. Het zal méér aandacht vragen (bevestiging zoeken dat hij/ zij wel okay is), of minder aandacht vragen (laat ik me maar even inhouden dan gaat het straks misschien wel beter met pa of ma.) Het verlaat hierdoor zijn eigen intuïtie en richt zich op de ander. Deze aandacht en energie kan het kind niet aanwenden om zichzelf te verkennen en te onderzoeken. Het leert zich in plaats van op zichzelf, te richten op de ander. ‘Als de ander okay is, pas dan ben ik okay’. Hierdoor ervaart het zichzelf niet meer en wordt als het ware een bootje zonder anker, drijvend op zee. Overgelaten aan de elementen van de omgeving. Je kunt je wel voorstellen dat dit een onrustig gevoel is. Veel problemen ontstaan wanneer we niet hebben kunnen oefenen in contact te blijven met onszelf. Als we als kind genoodzaakt waren ons te richten op een ander raken we steeds verder bij ons zelf verwijderd. De omgeving waarin je opgroeit en ook onze maatschappij houdt hier vaak geen rekening mee en vraagt wèl van ons; Wat vind je leuk? Wat wil je worden? Je wordt verantwoordelijk gehouden voor de dingen waar je een aandeel in hebt. Als je gevoel van zelf nog niet is ontwikkeld of je kan er moeilijk in verbinding mee zijn is het niet zo gek dat we een vals zelf gaan manifesteren. Een masker; we doen alsof. Er zijn genoeg andere identiteiten om je heen waar je deeltjes van kunt kopieëren. Tuurlijk kies je dan de positieve deeltjes en zo maak je een mooi plaatje van jezelf. Zolang je je opvattingen over jezelf maar vaak genoeg herhaald begin je er vanzelf in te geloven. Dit valse gevoel van zelf voelt leeg, het voelt niet stevig en zorgt voor een innerlijke onrust. We hebben bevestiging nodig van de buiten wereld dat het plaatje van onszelf klopt. We ragen naar de bekende weg, we laten gedrag zien waarvan we onbewust al weten hoe de ander daar op reageert. Daarnaast zijn we bij uitstek handig geworden het innerlijke gevoel van leegte te vermijden. We blijven praten om het praten, om het vullen van ruimte in plaats van praten om ons te verbinden en te luisteren. We gaan van de ene activiteit in de andere om maar niet stil te komen te staan. We bewegen ons van de ene plek naar de andere met de radio aan, of constante muziek op onze oren. Maken we ons niet druk om het verleden dan is er vast wel iets in de toekomst waar we ons bezorgd over kunnen raken en op die manier onze aandacht buiten onszelf kunnen richten. Spanning geeft gek genoeg een identiteit. Tegen iets zijn, je verzetten laadt je op, het versterkt je ego. Het constant beschikbaar hebben van internet vervult zo ook een belangrijke belonende rol. Constant je Facebook of Whats App checken, we worden afhankelijk van externe prikkels en dwangmatigheden om onszelf te een vals gevoel te geven van “Ja ik ben er, ik leef, ik doe mee, ik heb het onder controle, het gaat goed met mij!” We verleren om zonder externe prikkels met onszelf te zijn. Als niemand ons heeft laten voelen hoe okay het is met jezelf te zijn, met je gevoel, je imperfecties, je angsten en onzekerheden dan raken we die ingang met onszelf kwijt. De weg terug naar jezelf is je bewust te worden van je patronen hierin. Door het oncomfortabele in jezelf weer beetje bij beetje op te zoeken zul je merken dat je het steeds beter gaat tolereren, de onrust verdwijnt. De noodzaak om in iets externs te vluchten wordt dan overbodig. Het helpt een vergrootglas op jezelf te leggen en te beginnen waar te nemen hoe jij je in het alledaagse comfortabel houdt. Door je opvattingen waar je zo aan gehecht bent es onder de loep te nemen. Wat vertel jij jezelf om ‘legitiem’ jezelf bezig te houden? Hoe klink jij als je oncomfortabel wordt? Hoe laat jij jezelf stoppen van als het oncomfortabel worden? Wat vertel je je jezelf? Wat moet jij van jezelf? Welke manieren heb jij ontwikkeld om maar niet met jezelf te hoeven zijn? Harlopen, het lijkt me zo heerlijk. Ik heb altijd al een haat liefde verhouding gehad met hardlopen. Zo vaak begonnen, en altijd weer gestopt. Ieder jaar trekt het mij aan en trek ik mijn renschoenen weer aan. Een aantal weken geleden was dat moment weer aangebroken.
Deze keer besluit ik voor het eerst mijn mans aanbod aan te nemen. “Laat mij je dan coachen!” We gaan samen beginnen met hardlopen met het bekende schema 2 minuten hardlopen gevolgd door 2 minuten wandelen. Dit jaar voelt het anders. Zoals altijd oncomfortabel, maar gek genoeg ook anders. Alsof ik vanaf een afstandje mezelf zie en waarneem. Ik begin bij mezelf patronen te bespeuren tijdens het hardlopen. Als mijn man het commando zegt “Ja!, aan de bak!”. Wat zoveel betekent als; er volgt weer een stukje 120 seconden waarin we hebben afgesproken te rennen. Begin ik te merken dat ik de eerste 20 à 30 seconden wegren als de Marit zoals ik die ken van nu. Ik voel me licht, ontspannen, ik kijk om me heen, ik ben blij in de natuur en ben zowaar gemotiveerd. Ik wil dit.. Maar dan.. Dan begint mijn lichaam in heftig opstand te komen. Ik heb geen conditie en dus valt het me zwaar rustig te blijven ademen en binnen no-time hoor ik mijn zware ongecontroleerde adem en voelen mijn benen als loodzware bielzen. Dit gevoel ken ik maar al te goed. Hier stop ik normaal gesproken. Maar nu is daar mijn man en de hond en iets in dat blikveld motiveert me om voor het eerst (nu) nog niet te stoppen. En zodoende kom ik voor het eerst in een nieuw gevoel, een gevoel dat me volledig opslokt en me meeneemt naar een ander duister deel van mezelf. Ik zie mezelf van als het ware van een afstandje. Mijn blije gezichtsuitdrukking van net is omgetoverd in in een grote donderwolk. Mijn man voegt daar later aan toe, “Je gezichtsuitdrukking is die van een klein kind”. “Ik heb dan zoiets van ik laat je wel even”. En dat klopt, zo voel ik me ook. Klein, jong en boos. Deze ervaring neem ik voor het eerst bewust waar. Ik herken het telkens weer als ik moe en oncomfortabel tijdens het rennen word en (nog) niet stop! Ik merk hoe ik ergens in verdwijn, weg van het rennen, van het bospad, mijn man en onze hond. Ik verdwijn in mezelf en wordt opgeslokt door die twee bielzen die als maar zwaarder en stroperig worden, iets wil stoppen en wel nù meteen. Wanneer de twee minuten eindelijk voorbij zijn, komt mijn man met de welbekende coachende woorden. Deze goedbedoelde woorden om mij te motiveren hebben op dat moment op mij hetzelfde effect als een Mentos in een fles cola. Inwendig zou ik wel willen schreeuwen: “Wat nou diep inhalen en armen omhoog uitstrekken”,“Ik ben heel ergens anders hoor!”. “Probeer je straks te visualiseren licht en luchtig te rennen zonder blokkades”, probeert hij. Aan zijn voorzichtige, lieve warme timbre van zijn stem te horen staat mijn mijn gezicht waarschijnlijk op nog steeds op onweer. Ik voel mij totaal niet ontmoet in mijn proces door mijn coach, maar begrijp ook nog niet wat ik wèl nodig heb en begin weer te rennen als ik het piepje van het horloge en de “Ja!, aan de bak" hoor. “Okay” denk ik, ik wil daar niet meer heen, ik wil de Marit blijven voelen die ik de eerste 30 seconden voel. En ik snap ineens wat me te doen staat. Ik word mijn eigen therapeut. Ik moet in het hier en nu blijven en ik weet heel goed wat mij hier bij gaat helpen; mijn zintuigen! Dus ik dwing mezelf naar links te kijken, de bomen ècht te zien, ver door de bomen rechts te kijken, het kost me moeite en als dit effect verminderd, verschuif ik mijn focus naar mijn handen, ik schud ze, zoek mijn nagels op en voel ieder nagelrandje, ik probeer de pas omgezaagde opgestapelde boomstammen langs het bospad in detail op te snuiven en ja.. het rennen wordt iets gemakkelijker want die twee loodzware bielzen nemen minder ruimte in mijn bewustzijn in. Ik begin iets te begrijpen over mezelf wat ik nooit gesnapt heb en ineens gaat het snel. Als je naar mijn lichaam kijkt, zie je iets opmerkelijks. Het lijkt wel of mijn bovenlichaam op het verkeerde onderlichaam is gezet. Mijn bovenlichaam is rank en pezig, ontwikkelde spieren kun je zien. Mijn benen lijken in vergelijking met mijn bovenlichaam onontwikkeld en jong. Grove botten, in verhouding dikke enkels en een soort babyvet rond de knieën en bovenbenen. Mijn taille is smal, ook uit verhouding. Ik begin het een en ander samen te voegen. Mijn verleden zit in mijn lichaam. Overweldigende gevoelens waar ik als klein meisje bang van was of die ik nog niet begreep heb ik ver weggestopt in mijn onderlijf. Ik kan het daar houden met behulp van mijn slanke taille die het als het ware afbindt. In zijn algemeenheid weet ik dat wanneer wij als mensen de grens van het oncomfortabel zijn opzoeken we automatisch geconfronteerd kunnen worden met onverwerkte gevoelens uit het verleden. In mijn dagelijks leven kom ik het niet meer op deze manier tegen, daar hebben mijn vele therapie sessies bij geholpen. Maar in mijn dagelijkse leven zoek ik het oncomfortabel zijn dan ook niet op deze manier op. Wanneer ik ga hardlopen en dóór blijf lopen, wanneer mijn beschermingssysteem me liever laat stoppen registreert mijn zenuwstelsel mijn ongecontroleerde ademhaling en spierspanning en activeert het dat wat ik nog heb op te ruimen mezelf. Dat wat als kind heb moeten wegstoppen wordt geactiveerd en wil eruit. Alleen neemt dan mijn beschermingsdeel het over. Dit deel heeft mij altijd behoedt voor deze heftige gevoelens. Het produceert boosheid en frustratie zodat ik in het hier en nu ‘legitieme’ redenen ervaar waardoor ik mag stoppen met rennen. Mijn boosheid is dus als het ware de kit waarmee ik mijn diepere emoties in mijn gevoelskamer heb dicht gekit. De weg vooruit voor mij is dus weer één worden, mijn benen te laten spreken en mijn zintuigen gaan me helpen dit oncomfortabele gevoel te trotseren. Maar dan ben ik er nog niet. Die opgekropte energiëen die al die jaren waren opgeslagen in mijn benen moeten eruit anders blijf ik met bielzen lopen. Ik voel dat ik met mijn coach moet praten. Ik heb namelijk gevoeld dat wanneer ik wandel in de rustperiode, ik wel zou willen huilen. Er drukt een diep snikken in mij. Ineens weet ik wel wat ik nodig heb, en dat zijn geen rek en strek oefeningen maar ruimte en stimulans om mijn gevoel vrijelijk uit mijn onderlijf te laten stromen… Dit gaat wel goed komen denk ik. Ik weet dat hij me daar wel bij wil helpen. Ik ben nog nooit zo gemotiveerd geraakt om hard te lopen! Rennen brengt mij bij mijn oude pijn en tja pijn is in die zin consequent eigenaardig - Het eist gevoeld te worden. Vroeg of laat! Ik heb deze blog geschreven omdat iedereen zo zijn eigen stoplijn heeft. De lijn waar we oncomfortabel worden en we onszelf saboteren zodat we mogen stoppen om oud gevoel te vermijden. Uiteindelijk zit alles wat je wil en wie je bent achter deze lijn. Waar zit jouw stoplijn? Stop je zorgen te maken of anderen jou wel begrijpen.
In plaats van je te richten op iets buiten jezelf, richt je op jezelf! Focus op dat wat jou blij maakt, Op dat wat jou ontspanning brengt, Op dat wat jou energie geeft. Op dat wat jouw ziel tot rust brengt. Je hebt immers de allergrootste commitment met jezelf, dus beter een begin te maken jezelf lief te hebben, je schaduwkanten, je eigenaardigheden, je kwetsbaarheid, jouw ‘alles’. Het leven wordt zoveel meer gemakkelijker en betekenisvol, wanneer je simpelweg van jezelf, jezelf mag zijn! De wereld draait er wel om door of mensen je nu wèl of niet begrijpen Dus misschien die volgende trip om de zon niet alleen om de zon te maken maar ook om jezelf, met jezelf als middelpunt, als uitgangspunt… Dit stukje tekst kwam ik zojuist tegen en ik dacht dit is het! Laat ik hier een voorbeeld in nemen en mijn lieve volgers van mijn blog op deze manier laten zien hoe dat eruit ziet als je jezelf even als uitgangspunt neemt. Voor mij is dat nu te erkennen dat de maand maart veel drukte en onrust met zich meebrengt. We hebben ons huis in de verkoop gezet en zijn als vanzelf door de bezichtigingen in een continue schoonmaak / opruim modus terecht te komen. Het is fijn dat er veel kijkers komen èn het vraagt ook om flexibiliteit en organisatie omdat we dan ook tijdens zo’n bezichtiging zelf ons huis ‘uit’ moeten. Daarnaast heb ik een nieuwe ruimte gevonden voor mijn praktijk en ben ik bezig met de voorbereiding van deze verhuizing eind deze maand. Als ik nu even uitga van mezelf merk ik dat ik opgelucht raak terwijl ik dit schrijf. Dat het me lucht geeft om mezelf toestemming te geven geen ingewikkelde blog te willen schrijven maar gewoon opschrijven wat er nu in mij omgaat. Ik heb behoefte aan een beetje rust, ruimte en simpelheid en daarom houd ik het deze maand kort en dat voelt best goed eigenlijk! Vanaf 1 april is het nieuwe adres van mijn praktijk: Ruimte 23 (1e verdieping) Hooggoorns 14 7812 AM Emmen (Achter het kleurrijke Ten Cate Hotel in Emmen) Het is niet wat je iedere dag tegen anderen zegt, maar dat wat je iedere dag jezelf toe fluistert dat de meeste kracht en effect heeft! De aandacht die je jezelf geeft bepaalt in grote mate de kwaliteit van je leven. Deze korte dialogen met onszelf gaan vaak ongemerkt en wat we onszelf vertellen heeft enorm veel invloed op ons gevoel en onze gedachten. Maar al te vaak plakken we in die gauwigheid etiketten op ons gevoel in termen van ‘goed’ of ‘slecht’. Vergeten we ons af te vragen waarom een bepaald gevoel is aangewakkerd. Gaandeweg worden we steeds slordiger hierin en voor we het weten labelen we niet alleen de ervaring of het gevoel maar ons volledige zelf. “Boosheid is slecht en gevaarlijk, dus als ik me boos voel, ben ik slecht en gevaarlijk.” of “Alleen mensen die afstotelijk en waardeloos zijn schamen zich, dus als ik me schaam betekent het dat ik waardeloos en afstotelijk ben.” Ben ik mijn innerlijke ervaring? Of heb ik een innerlijke ervaring? Het helpt een begin te maken nieuwsgierig te zijn naar je innerlijke ervaring en daarin realistisch te zijn. Onze innerlijke ervaringen maken ons niet ‘goed’ of ‘slecht’. Je hebt innerlijke ervaringen: je bent die innerlijke ervaring niet! Iedereen heeft innerlijke ervaringen. Iedereen wordt weleens boos, voelt zich bang, beschaamd, of dom. Sommige van die ervaringen passen beter bij wie of hoe je wilt zijn, en andere minder. Bij sommige ervaringen voel je je op je gemak en bij anderen niet. Over sommige heb je controle, andere overkomen je. Ieder mens heeft zo een uitgebreid palet aan innerlijke ervaringen. Als je deze innerlijke gewaarwordingen kunt (leren) verdragen maak je een begin deze waar te nemen zonder er een oordeel over te hebben. “Goh ik merk dat ik somber ben”, of “Het valt me op dat ik onrustig word als ik met hem / haar praat.” Door stil te staan bij je innerlijke ervaringen creëer je een ruimte waarin het mogelijk wordt controle te nemen over je innerlijke ervaringen en ze waar nodig te veranderen. Zolang je die gevoelens, gedachten en gewaarwordingen probeert te vermijden, blijf je een gevangene van je innerlijke ervaring en heeft deze macht over jou. Sommige mensen beschouwen bijvoorbeeld een bepaalde innerlijke ervaring als teken dat er onherroepelijk iets mis zal misgaan. Wanneer ze zich verdrietig voelen, zijn ze ervan overtuigd dat deze emotie een voorbode is van een overweldigende ervaring van wanhoop en eenzaamheid. Dan vermijden zij het verdriet om zo te voorkomen dat dat andere verschrikkelijke gevoel (waar zij als het ware op wachten) ook werkelijk komt. Paradoxaal genoeg zou dat gevoel van wanhoop waar zij zo bang voor zijn en dat zij daarom willen vermijden waarschijnlijk niet komen als zij hun verdriet zouden kunnen accepteren en het er in alle rust zou mogen zijn. In therapie kun je leren omgaan om je innerlijke ervaringen te accepteren zonder erover te oordelen. Op die manier leer je stap voor stap je innerlijke ervaringen te herkennen en deze een plek te geven. Je voelt je hierdoor meer op je gemak met jezelf en minder kwetsbaar. Je kunt beter reflecteren op jezelf maar het maakt het ook gemakkelijker in het hier en nu te zijn en daardoor beter te reflecteren op de wereld om je heen. Neem de tijd om je aandacht af en toe eens naar binnen te richten. Word je bewust van je gedachten, gevoelens en gewaarwordingen en van andere delen van jezelf. Als je dat wat je waarneemt niet begrijpt (of als je helemaal niets waarneemt), veroordeel jezelf dan niet. Neem eenvoudigweg waar dat je iets niet begrijpt of niets opmerkt en ga verder. Soms wordt je reflectieve vermogen beperkt door ervaringen in het verleden die geen betrekking hebben op je ervaringen in het nu. Als je merkt dat je verdriet voelt kan het zijn dat je ook gelijktijdig gedachten waarneemt die een sterke mening hebben over je verdriet: “Het is zwak je verdriet te laten zien”, of “Moet je jezelf nou zien, doe niet zo zielig", “Anderen hebben het veel erger dan ik”. Het kan zijn dat je in het verleden wanneer je je verdriet toonde je niet serieus genomen werd, dat het simpelweg niet werd opgemerkt waardoor je niet ontmoet werd in je verdriet. Je onderbewustzijn heeft dit gevoel van afwijzing onthouden en een boos oordelend deeltje in jezelf gecreëerd die ervoor zorgt door boos en kritisch tegen je te praten dat jij je niet meer behoeftig gaat opstellen en daardoor de kans om nog eens afgewezen te worden op deze manier wegneemt. Zo’n oordelende, kritische stem, hoe vervelend die ook is, is dus eigenlijk een zelfgemaakt beschermingsmechanisme die jezelf behoedt voor afwijzing. Op zo’n moment neemt je verleden het over, dat deel dat zich in eerdere ervaring afgewezen heeft gevoeld is geactiveerd. Zo’n deeltje van jezelf heeft geen besef van het heden en is als het ware blijven steken in dit gevoel uit het verleden. Dit deel heeft niet in de gaten dat in het hier en nu het niet bang hoeft te zijn voor afwijzing. Zulke deeltjes raken automatisch getriggerd. Therapie kan helpen deze deeltjes naar de oppervlakte te brengen, zodat je bewust wordt dat ze er zijn en je ze in het hier en nu leert herkennen. Wanneer je je automatismen naast je huidige omstandigheden legt, zul je beginnen te realiseren dat het hier en nu een andere reactie van jou vraagt. Reflectief zijn is een aangeleerde vaardigheid, je wordt er niet automatisch mee geboren. Kinderen leren het wanneer ze ervaren als mensen die voor hen zorgen voldoende rekening houden met hun gevoelens en behoeften. Reflectief functioneren stimuleert kinderen nieuwsgierig te zijn naar het hoe en waarom van hun gedachten. Zoals je ook andere vaardigheden op een later tijdstip kunt leren kun je ook reflectieve vaardigheden je later eigen maken. In het begin zul je vooral nàdat een een situatie zich heeft voorgedaan kunnen terug blikken op je ervaringen en gevoelens. Na verloop van tijd, na veel oefenen en doorzettingsvermogen wordt het ook mogelijk om in het hier en nu bewust te worden wat er in je omgaat. Af en toe bij jezelf inchecken lukt het beste als je je ontspannen, veilig en rustig voelt en niet wordt afgeleid. Soms vergt het discipline om nieuwsgierigheid naar jezelf te op te wekken; jezelf willen begrijpen, vooral als je dat niet gewend bent of beangstigend voelt. Je zult niet alles van jezelf begrijpen en dat is heel normaal, iedereen wordt geplaagd door onzekerheid en twijfel. De kunst is om ook de mysteries van onszelf, het af en toe niet weten, maar ook de oncomfortabele gevoelens als verdriet en teleurstelling er te kunnen laten zijn. “Het is wat het is”, “Ik hoef mijn gevoel of ervaring niet te bekritiseren, veranderen of te vermijden.” Ik kan accepteren dat ik dit gevoel heb en ik weet dat ik meer ben dan alleen dit gevoel”. “Ik ben niet dit gevoel; ik heb dit gevoel.” Soms kan een geruststellende dialoog met jezelf erg bevrijdend werken! Een groot gedeelte van mijn werk is mensen helpen de weg terug te vinden naar hun gevoel en lichaam; van hoofd naar hart. Veel mensen komen met depressieve klachten, gevoelens van angst en paniek. Ze ervaren hun hoofd als een ruimte die onder grote druk staat, kunnen zich niet meer ontspannen en een steeds toenemender onrust houdt hen wakker.
Doordat mensen in verschillende gradaties en hevigheid zijn afgescheiden zijn van hun gevoel zijn ze daardoor ook afgescheiden van hun levendigheid. Sombere gedachten en negatieve overtuigingen nemen meer en meer ruimte in beslag. Dat wat je met je hart doet, lekker genieten, plezier beleven, daar waar je schoonheid en harmonie ervaart wordt lastiger als we ons er van afscheiden. Handelingen als werk, klusjes en activiteiten worden dwangmatig en krijgen een gevoel van automatisme. Het gevoel, of anders gezegd het leven is er uit. We voelen ons minder robuust en steeds onzekerder. Beslissingen maken wordt al snel een stuk ingewikkelder als we niet verbonden zijn met ons gevoel, ons kompas. We hebben het lichaam nodig om ons stabiliteit te verschaffen. Wanneer we verbonden zijn met ons lichaam zijn we verbonden met onze fundering, onze wortels. Hier huist onze ziel, onze innerlijke waarheid en wijsheid. Van hieruit krijgen we een gevoel van helderheid, rust en richting. Hier aarden we, komen we ‘thuis’ en leggen we de basis die we nodig hebben om dat wat ons overkomt te ervaren, te filteren en betekenis te geven. Hoewel onze fundering van nature groeit en steviger wordt, zijn we in grote mate ook afhankelijk van de omgeving waarin we opgroeien. In wat voor bodem liggen de wortels, en wat hebben deze te verduren gehad? Voelt de bodem tevreden en veilig, gastvrij en is er ruimte om te groeien? Hoe veiliger de emotionele en fysieke omgeving is waarin we opgroeien, hoe plezieriger het is om met ons zelf te zijn en in verbinding te zijn met dat wat er in ons omgaat. Als onze fundering niet veilig voelt, als ons lichaam onrust en angst registreert keren we ons hier van af. Als we iets traumatisch hebben meegemaakt herinnert het lichaam zich het trauma en produceert het een gevoel van onrust en spanning. Als we niet weten hoe we deze gevoelens kunnen reguleren voelt ons innerlijk huis niet veilig en richten we onze aandacht op iets buiten onszelf. Intussen neemt de frequentie van deze onrustige gevoelens toe, want het krijgt niet de aandacht die het vraagt. Als spanning te hoog oploopt worden er op een gegeven moment voortdurend stresshormonen (adrenaline) aangemaakt die instinctieve reacties van vluchten of vechten in gang zetten. Het lichaam schakelt hierdoor over op een overlevingsstand. Alle beschikbare energie in ons wordt naar de hogere regionen van ons lichaam gestuurd. Zowel lichamelijk als psychisch raken we uit balans. Een drukkend gevoel in het hoofd, beklemmend gevoel op de borst, hoge ademhaling, hartkloppingen, duizeligheid, niet zeker op de benen en vaak enorme vermoeidheid. Normaal circuleert energie door ons lichaam. Opwaartse energie, zoals de energie van gevoelens vraagt de aandacht van het bewustzijn. Bij neerwaartse energie hoeft ons bewustzijn hoeft niet in actie te komen. Neerwaartse energie helpt ons aarden en gronden, het kalmeert ons en maakt rustig. Gevoelens van onrust en angst hebben een opwaartse richting, er zou namelijk gevaar kunnen zijn dat om actie vraagt. Wanneer het gevaar geweken is circuleert de energie weer op de normale manier. Als het lichaam te lange tijd rusteloos en gespannen voelt raakt ons bewustzijn gefixeerd op dit gevoel, het wil dit gevoel niet loslaten. De energie blijft dus in die hogere regionen. Iets vraagt onze aandacht, we raken overgevoelig. Het minste of geringste is teveel en zorgt voor stress of paniek. Het is alsof je met een volle emmer loopt; kleine prikkels kunnen al zorgen dat de emmer overstroomd. De weg terug naar het hart is noodzakelijk om weer in balans te komen. Een plant zonder bodem kan niet leven en ook de psyche van een mens kan dat niet. Gesprekken kunnen helpen te onderzoeken hoe het met onze wortels, bodem en fundering gesteld is. Soms is er tijdelijke ondersteuning nodig, reparatie en soms is de bodem niet vruchtbaar genoeg, leeggeroofd en toe aan nieuw grond. Naast gesprekken is het van groot belang dat het lichaam hulp krijgt om zich weer te ‘resetten’. De circulatie van energie zal hersteld moeten worden zodat het uit die constante staat van paraatheid kan komen. Lichaamsgerichte oefeningen, ademhalingsoefening en oefeningen die verzamelde spanning kan reguleren in combinatie met gesprekstherapie is vaak een begin van de kloof tussen hoofd en hart te verkleinen. Soms heb je even ondersteuning nodig om het paadje naar lichaam en je gevoel weer te vinden en te ontdekken dat het al die tijd op jouw is blijven wachten. Iedere maand denk ik weleens dit is de laatste blog die ik schrijf! Dan voel ik onzekerheid of ik wel iets op tijd ga vinden voor mijn maandelijkse blog en bekruipt me een drukkend gevoel van moeten schrijven. En toch, je ziet het, ik schrijf nog steeds, ook nu weer.
Meer en meer durf ik te vertrouwen op een nieuw gevoel dat de afgelopen jaren is ontstaan. Dit gevoel kan ik het best omschrijven als het niet meer moeten van mezelf; ont-moeten en geen spanning meer opzoeken; ont-spannen. Klinkt dat vaag? Ik zal proberen uit te leggen wat ik bedoel. Ik ontdekte dat iedere keer wanneer ik me gespannen boven mijn bureau aantrof om een blog te schrijven, ik vooral gedreven was door de druk van de kalender en de druk van mezelf. Het lukte me dan wel om een stukje op papier te krijgen, maar ik was er nooit tevreden mee. Het schrijven ging stroef en er ontbrak iets. Dat iets zou ik nu bezieling noemen. Mijn blogs ontstaan juist als ik het ‘willen schrijven’ compleet loslaat. Ook al is het al twee weken in de nieuwe maand en begint de tijd te dringen. Tja, waar die ideeën ook vandaan komen, ‘daar’ spelen tijd en kalenders geen rol! Het kan zijn dat ik de was sta te vouwen, in de tuin bezig ben, de groente aan het wassen ben, kortom als ik ontspannen ben en de energie in mij stroomt, dat er zich ineens een onderwerp aandient. Als ik dàn ga zitten, gaat het schrijven vanzelf en is het schrijven een heerlijk, zelfs verslavend gevoel van iets dat samenkomt in mijzelf. Ik ben dit een interessant fenomeen gaan vinden en hoe meer ik er op let, hoe meer ik de effecten van het ont-moeten en het ont-spannen ook ontdek in andere stukjes van mijn leven. In mijn praktijk merk ik dat ik op mijn best ben wanneer ik stop mijn best te doen. Klinkt misschien gek, een therapeut die haar best niet doet? Toch merk ik het keer op keer. Wanneer ik mij bewust aanzet te ontspannen, als het ware achterover leun in mijn stoel, niets wil maar ook niets verwacht en simpel ga met dàt wat er in het moment is, komt er een stroom van informatie tot mij vanuit mijzelf maar ook van buiten mijzelf. Er ontstaat een ware ontmoeting tussen de cliënt en mij die voelbaar wordt. Het tegenovergestelde gebeurt ook, ik stop de sessie wanneer ik merk dat het zweet onder mijn neus staat van inspanning; als ik te 'hard aan het werk' ben. Inmiddels weet ik dat ik op die momenten tegen een stroom in aan het gaan ben. Dat kan aan mij liggen, maar het kan ook zijn dat ik bepaalde signalen van spanning in mijn cliënt niet heb opgemerkt. Ik raak dan steeds verder van mijzelf en dus ook mijn bron van informatie vandaan. Het beste is dan te stoppen en met de billen bloot te gaan, met andere woorden dan geef ik ook aan dat iets niet lekker loopt in de sessie en dat ik even een pas op de plaats wil maken. Ik vergelijk het met een spinnenweb. De spin is afhankelijk van een rustig, gebalanceerde en transparante spinnenweb om aan te voelen wanneer er een maaltijd in zijn web is gevlogen. Als er een obstakel aan zijn draden kleeft, dan zorgt dit obstakel voor weerstand dat met maar het kleinste zuchtje wind zijn volledige web heftig laat schudden. Dan is het gedaan met aanvoelen, dan moet het obstakel eerst ontruimd worden voordat de spin zich weer kan afstemmen op zijn energetische draden en kan voelen wat er gebeurt. In het klein gebeurt dat ook wanneer wij bijvoorbeeld een gespannen verwachting creëren. Deze spanning barricadeert onze ontvankelijkheid van een stroom aan energie die we omzetten in gevoelens en gedachten. Al onze aandacht stroomt naar het eind resultaat in plaats van dat we ons kunnen richten op het proces om daar te komen. Spanning vormt weerstand in energie stroom, er ontstaat een energetische blokkade. Spanning ontstaat al door onszelf druk op te leggen, door ons verantwoordelijk te voelen voor iets of iemand, door onzekerheid te camoufleren, door je best te gaan doen. We creëren dan kleine obstakels in ons energieveld die vervolgens al onze energie opslokken. Spanning in je systeem neemt ruimte in beslag. Vaak zeggen mensen dat ze vol zitten. Spanning ontladen creëert ruimte. En dat voelt niet alleen lichter en ruimtelijker maar je maakt tegelijkertijd jezelf transparanter waardoor het leven letterlijk en figuurlijk door je heen kan stromen. Je laat gaan wat je niet kunt gebruiken en je observeert waar je wat aan hebt. Ongemerkt kennen we dit wel. Je bent met een probleem gaan slapen en de volgende ochtend, terwijl je je tanden staat te poetsen schiet ineens de oplossing binnen. We moedigen onszelf en anderen aan om even in beweging te komen als we zitten te piekeren over een probleem, even te wandelen, letterlijk in een andere omgeving zijn helpt! Die ont-spanning en ont-moeten laat nieuwe informatie binnen waardoor het probleem daarna anders aanvoelt. Minder je best doen dus en meer ont-moeten! Hoe is dat voor een nieuw voornemen voor in het nieuwe jaar! Je verbonden voelen met iemand is een gevoel dat we ergens allemaal wel kennen en tegelijk zich moeilijk in woorden laat uitleggen. Wanneer is het gevoel er wèl en wanneer niet? Waar begint de verbinding en waar wordt de verbinding verbroken. Je verbinden met een ander begint niet met een gedachte. Je verbinden met een ander doe je niet met je hoofd. Als je verbinding zou willen ‘vastpakken’, zou dat niet lukken en ervaar je waarschijnlijk hetzelfde als wanneer je soep met en vork eet.
Toch zijn wij allen in staat om dit gevoel te voelen. Iedereen in verschillende mate, en de een gemakkelijker dan de ander. In gesprekken met de ander voelen we ons soms wèl gehoord en soms niet. We voelen ons gehoord als iemand aansluit bij het gevoel dat we opdat moment ervaren. Een kind dat nog niet het verschil tussen fantasie en werkelijkheid ervaart, kan vreselijk overstuur zijn omdat het voelt dat er een monster onder het bed zit. Wanneer je dan reageert vanuit je eigen belevingswereld en rationeel gaat uitleggen dat dat niet kan omdat monsters onder het bed niet bestaan, zal dat een hele andere uitwerking hebben dan wanneer je het angstige gevoel van het kind er laat zijn en daarbij aansluit zonder dat je het gevoel weg wilt nemen. “Ik zie dat je bang bent”. “Ik zie dat je erg geschrokken bent?” “Heb je het gevoel dat er iets onder je bed zit?” Word je dan bang en wil je dat mam kijkt of er echt een monster zit?" Waarschijnlijk zal het kind instemmend knikken, zich rustiger voelen omdat zijn gevoel geaccepteerd wordt en hij voelt hoe de moeder zich met zijn gevoel verbindt èn dus ook met hem / haar. In gehoord worden voelen we ons verbonden met onszelf en de ander. We hoeven ons gevoel niet te veranderen als het gevoel er mag zijn. We hoeven onszelf niet te veranderen. Door te voelen hoe een ander jou accepteert, kun je jezelf accepteren. Het bevestigt jou in je bestaan en waarheid. Dat wat je gevoeld hebt is echt klopt en is in overeenstemming met jouw werkelijkheid. Als we niet gehoord kunnen worden houden we in alles op met bestaan behalve in onze eigen hoofd. We beginnen dan te twijfelen aan onze eigen innerlijke stem, onze eigen ervaring en gevoel. Wanneer we onze gevoelens en ervaring niet kunnen vertrouwen, splitsen we ons hiervan af. ‘Tenzij je me vertelt wat je hebt gehoord, kan ik niet zeker zijn van wat ik feitelijk zeg' Robert Maidment In het tweede jaar van de opleiding kreeg ik groen licht om met cliënten gesprekken te mogen voeren. Ik werd nauwlettend in de gaten gehouden door mijn supervisor. Ik vond het doodeng. Wat heb ik iemand nu te bieden? Ga maar luisteren met alles wie je bent, zeiden de docenten op de opleiding. Je zult merken hoeveel genezing er kan plaats vinden, wanneer iemands verhaal en gevoelens simpelweg gehoord en ontmoet worden door een aandachtige inlevende luisteraar ook al verandert er feitelijk niets aan de omstandigheden. Onderling hadden we als studenten urenlang naar elkaar geluisterd. We kregen terug gespiegeld van elkaar wat de ander tussen de regels door gevoeld had. We werden experts in het benoemen van subtiliteiten en nuances die we voelden terwijl er geluisterd werd naar je als je sprak. We werden gefilmd, hoorden onze eigen stem en zagen het effect van verschillende wat lichaamshoudingen. Ik herinner me hoe ik -tig sessies met cliënten moest opnemen met een recorder om vervolgens grote gedeeltes daarvan woord voor voor uit te typen. Vervolgens koos mijn supervisor er een fragment uit die we dan naspeelden in haar praktijk. Ik werd de cliënt, en las voor van de getypte woorden die mijn client gesproken had. Mijn supervisor verplaatste zich in mijn rol en sprak de woorden die ik gesproken had. Ze liet me letterlijk voelen hoe mijn woorden, mijn reacties, verbaal en non verbaal binnenkwamen. Je kan je wel voorstellen dat ik na een aantal jaar een fijnbesnaard gevoelsantenne ontwikkelde. Dit had ook zo zijn uitwerking op de relatie met mijn man. Ik onthield natuurlijk precies wat fijn voelde in een gesprek en wat niet. Ik ging tijdens mijn opleiding zelf ook wekelijks naar een psychotherapeut en voelde welke reacties van haar mijn gevoel van schaamte wegnamen, mij bevestigden in mijn eigen gevoel en zo meer. Thuis vergat ik soms dat mijn man niet zo getraind was maar een goede zoon van de huidige cultuur was geworden. Zoals zoveel mannen had hij vooral ervaren hoe mannen problemen behoren op te lossen, gevoelens te verzachten, rationaliseren of minimaliseren. Ik voelde heus zijn goede intenties, maar kon ook niet onderdrukken dat ik me vaak niet ontmoet voelde en verbrak dan soms zelfs de verbinding door nukkig te reageren. Mijn therapeut adviseerde me dit te bespreken met hem en hem letterlijk woord voor woord te laten horen wat voor reactie ik wel graag wilde horen. Dit voelde natuurlijk in het begin vreselijk gekunsteld en ongemakkelijk. Toch was ik blij verrast hoe nieuwsgierig en hoe gemakkelijk mijn man dit nieuwe stukje gereedschap verkende en tot zich nam. Alsof ook hij aanvoelde dat zijn manier van reageren ergens ook de verbinding verbrak en dat met deze nieuwe woorden hij instaat was de verbinding te onderhouden. Zo is het een tijdje gegaan dat ik mijn man soms even voorbereidde als ik iets wilde vertellen en zoiets zei als: “Ik ga je straks iets vertellen maar je hoeft het niet op te lossen”, of “Je hoeft me niet te redden uit mijn gevoel, ik wil alleen graag dat je luistert en beaamt dat het een rot gevoel voor mij is en dat je ziet dat ik er last van heb, meer niet”. Een veelvoorkomend probleem bij partners is dat ze zich vaak machteloos voelen en niet weten hoe ze de partner kunnen helpen met een probleem. Als de een niets kan doen aan het probleem van de ander wil hij of zij er vaak ook niets over horen. Wat echter vaak belangrijker is dan het verhelpen van het probleem is het erkennen en beamen van de gevoelens van de ander. Luisteren is iets anders dan je voor te bereiden op je weerwoord. Het verschil tegen iemand te spreken of met iemand spreken is een voelbaar groot verschil. Misschien is het geven van onze volledige aandacht wel een van de belangrijkste dingen die we een ander kunnen geven. Wanneer we luisteren met aandacht zullen we niet alleen mensen om ons heen verzamelen die iets te zeggen hebben, we verbinden ons met een ander op een manier die getuigt van diepe oprechtheid. Deze link is een grappig Engelstalig filmpje op You Tube over dit onderwerp https://www.youtube.com/watch?v=-4EDhdAHrOg Argumenten in relaties geven ons vaak het gevoel dat we tegenover elkaar staan. De ander voelt als een vijand, een gevoel wat we juist willen vermijden. De taal die we tijdens ruzie’s vaak gebruiken is een taal die deze polarisatie juist benadrukt en die het samenkomen en verbinden vaak in de weg staat.
Je kan het oneens zijn met elkaar, een argument hebben en je toch verbonden voelen met de ander. Hoe doe je dat? Je hebt een taal nodig die verbindt. Een taal die een ruimte creëert waarin we ons niet hoeven te verdedigen maar waarin we uitgenodigd worden bij onszelf te blijven en onze eigen waarheid te durven uiten. Woorden die niet als aanval klinken maar als een hand die ons uitgestoken wordt. Hoe klinkt die taal? Helaas hebben we deze taal vaak nergens kunnen afkijken omdat onze ouders en opvoeders deze taal ook niet machtig waren. We hebben deze taal dus niet kunnen oefenen. Het voelt dan ook heel vreemd om opeens zo te gaan spreken en sterker nog; waar haal je die woorden vandaan? Vandaar dat ik een paar zinnen hieronder heb geschreven, die je een idee geven hoe deze taal kinkt en zodat je ze kan gaan oefenen. Het is een ander soort woordgebruik met een ander energetische lading en als je daar niet bekend mee bent zullen deze woorden niet automatisch voorhanden zijn. Het is even stuntelen en je onhandig voelen, maar ondanks je gehakkel zul je meteen merken dat het effect heeft. Het gaat er namelijk niet om wat je zegt maar hoe je een ander laat voelen wat effect heeft en deze woorden hebben dat effect. Hieronder wat voorbeelden die je zelf kunt aanvullen. “Hoe is het gekomen dat we hier in onze relatie zijn beland?” “Wat is er tussen ons gebeurd dat we steeds minder ons zelf durven te zijn?” “Wat is er de afgelopen jaren met ons gebeurd, dat we steeds meer opgekropt hebben?” “Wat is onze relatie ingeslopen, waardoor we bang zijn geworden eerlijk tegen elkaar te zijn?” “Hoe is het gekomen dat we elkaar zo beschermen alsof we denken dat de ander uit elkaar gaat vallen als we onze ware zelf laten zien?” “Wat zou ons kunnen helpen om weer een gevoel van veiligheid te ervaren tussen ons tweeën?” Wat opvalt is het gebruik van het woord wij en we. Het jij-en en ik-ken is verdwenen. Deze taal faciliteert het gevoel van wij samen, het maakt het weer mogelijk om naast elkaar te gaan staan. Hierdoor ontstaat er een sfeer waarbij we dichter bij onze gevoelens durven blijven, we spontaner kunnen zijn en weer beginnen onze eigen waarden en ervaringen te op te volgen ook als die anders zijn dan van onze partners. Wil je gehoord en begrepen worden, begrijp dan eerst de ander. Er zijn momenten waarin we wel de woorden jij en ik kunnen gebruiken. Dit kan wanneer je in de huid van de ander probeert te kruipen en de ander willen begrijpen. Het is vaak een verademing om te horen hoe je partner zijn of haar best doet om zich te verplaatsen in jou. Het zijn in dit soort momenten dat je elkaar kunt helpen open en eerlijk te zijn met elkaar in een sfeer van respect en veiligheid. Dat klinkt dan ongeveer zo: “Vertel me eens, hoe heb jij dat beleefd?” “Dat wist ik niet, wil je daar iets meer over zeggen? “Ik zou graag willen weten hoe dat voor jou is / was?” “Wat gaat er dan in jou om als ik dit zeg, of het zo verwoord?” “Neem me eens mee in jouw gedachten / gevoelswereld, wat denk / voel jij dan?” “Wat zou jou helpen in een volgende situatie?” “Heb je een idee wat het is dat je nodig hebt van mij om…?” “Wat is het in mij waar jij een negatieve reactie ervaart?” Differentiëren in je relatie betekent aan jezelf vast kunnen houden ook als je iets hoort van de ander waar je het niet mee eens bent. Het betekent je eigen reactie even kunnen parkeren en dat wat je hoort wel kunnen erkennen als de beleving van de ander. Hierdoor kun je in gesprek blijven met de ander. Doordat de ander zichzelf verplaats in jou en jij ook de kans krijgt te vertellen hoe het voor jou is ontstaat er een sfeer van gelijkwaardigheid. Door dit te ervaren kun je het vreselijk oneens zijn met elkaar maar ook daar rustig over kunnen praten en elkaar vinden en jezelf vinden. Het helpt om te oefenen beurtelings naar elkaar te luisteren. Het is normaal dat dat onnatuurlijk voelt, maar soms kan het dè manier zijn om onbewuste patronen en dynamieken die de relatie zijn ingeslopen te doorbreken. De één is de vrager en de ander de verteller. De vrager scheidt zichzelf even af van zijn of haar eigen reacties, gedachten en gevoelens en parkeert deze tijdelijk om zich zo volledig te kunnen richten op de ander. De vrager luister aandachtig en kan nog even samenvatten wat hij of zij heeft begrepen. “Dus als ik je goed begrijp voel jij je altijd …” Maak een begin je bewuster te worden van jezelf, je gevoelens en je gedachten. Ontdek wat er in je omgaat op verschillende momenten van de dag en oefen beetje bij beetje dit onder woorden te brengen. Dit wordt zelfvalidatie genoemd, het valideren van jezelf; het erkennen van wie je bent en wat er in je omgaat maakt je stevig van binnen. Stevigheid van binnen uit is een gevoel positief jij alleen jezelf kunt geven, je partner kan dit gevoel alleen maar ondersteunen, hij of zij kan je dit gevoel niet geven of maken. Je moet je eigen welzijn en hoge zelfrespect zelf creëren. In het snelle alledaagse leven is het niet altijd eenvoudig even stil te staan bij jezelf. Een fijne App die je helpt is bijvoorbeeld 7Mind. Dagelijks stuurt het je simpele reminders om op verschillende manieren even stil te staan bij jezelf. |
Archief
March 2025
|