Een groot gedeelte van mijn werk is mensen helpen de weg terug te vinden naar hun gevoel en lichaam; van hoofd naar hart. Veel mensen komen met depressieve klachten, gevoelens van angst en paniek. Ze ervaren hun hoofd als een ruimte die onder grote druk staat, kunnen zich niet meer ontspannen en een steeds toenemender onrust houdt hen wakker.
Doordat mensen in verschillende gradaties en hevigheid zijn afgescheiden zijn van hun gevoel zijn ze daardoor ook afgescheiden van hun levendigheid. Sombere gedachten en negatieve overtuigingen nemen meer en meer ruimte in beslag. Dat wat je met je hart doet, lekker genieten, plezier beleven, daar waar je schoonheid en harmonie ervaart wordt lastiger als we ons er van afscheiden. Handelingen als werk, klusjes en activiteiten worden dwangmatig en krijgen een gevoel van automatisme. Het gevoel, of anders gezegd het leven is er uit. We voelen ons minder robuust en steeds onzekerder. Beslissingen maken wordt al snel een stuk ingewikkelder als we niet verbonden zijn met ons gevoel, ons kompas. We hebben het lichaam nodig om ons stabiliteit te verschaffen. Wanneer we verbonden zijn met ons lichaam zijn we verbonden met onze fundering, onze wortels. Hier huist onze ziel, onze innerlijke waarheid en wijsheid. Van hieruit krijgen we een gevoel van helderheid, rust en richting. Hier aarden we, komen we ‘thuis’ en leggen we de basis die we nodig hebben om dat wat ons overkomt te ervaren, te filteren en betekenis te geven. Hoewel onze fundering van nature groeit en steviger wordt, zijn we in grote mate ook afhankelijk van de omgeving waarin we opgroeien. In wat voor bodem liggen de wortels, en wat hebben deze te verduren gehad? Voelt de bodem tevreden en veilig, gastvrij en is er ruimte om te groeien? Hoe veiliger de emotionele en fysieke omgeving is waarin we opgroeien, hoe plezieriger het is om met ons zelf te zijn en in verbinding te zijn met dat wat er in ons omgaat. Als onze fundering niet veilig voelt, als ons lichaam onrust en angst registreert keren we ons hier van af. Als we iets traumatisch hebben meegemaakt herinnert het lichaam zich het trauma en produceert het een gevoel van onrust en spanning. Als we niet weten hoe we deze gevoelens kunnen reguleren voelt ons innerlijk huis niet veilig en richten we onze aandacht op iets buiten onszelf. Intussen neemt de frequentie van deze onrustige gevoelens toe, want het krijgt niet de aandacht die het vraagt. Als spanning te hoog oploopt worden er op een gegeven moment voortdurend stresshormonen (adrenaline) aangemaakt die instinctieve reacties van vluchten of vechten in gang zetten. Het lichaam schakelt hierdoor over op een overlevingsstand. Alle beschikbare energie in ons wordt naar de hogere regionen van ons lichaam gestuurd. Zowel lichamelijk als psychisch raken we uit balans. Een drukkend gevoel in het hoofd, beklemmend gevoel op de borst, hoge ademhaling, hartkloppingen, duizeligheid, niet zeker op de benen en vaak enorme vermoeidheid. Normaal circuleert energie door ons lichaam. Opwaartse energie, zoals de energie van gevoelens vraagt de aandacht van het bewustzijn. Bij neerwaartse energie hoeft ons bewustzijn hoeft niet in actie te komen. Neerwaartse energie helpt ons aarden en gronden, het kalmeert ons en maakt rustig. Gevoelens van onrust en angst hebben een opwaartse richting, er zou namelijk gevaar kunnen zijn dat om actie vraagt. Wanneer het gevaar geweken is circuleert de energie weer op de normale manier. Als het lichaam te lange tijd rusteloos en gespannen voelt raakt ons bewustzijn gefixeerd op dit gevoel, het wil dit gevoel niet loslaten. De energie blijft dus in die hogere regionen. Iets vraagt onze aandacht, we raken overgevoelig. Het minste of geringste is teveel en zorgt voor stress of paniek. Het is alsof je met een volle emmer loopt; kleine prikkels kunnen al zorgen dat de emmer overstroomd. De weg terug naar het hart is noodzakelijk om weer in balans te komen. Een plant zonder bodem kan niet leven en ook de psyche van een mens kan dat niet. Gesprekken kunnen helpen te onderzoeken hoe het met onze wortels, bodem en fundering gesteld is. Soms is er tijdelijke ondersteuning nodig, reparatie en soms is de bodem niet vruchtbaar genoeg, leeggeroofd en toe aan nieuw grond. Naast gesprekken is het van groot belang dat het lichaam hulp krijgt om zich weer te ‘resetten’. De circulatie van energie zal hersteld moeten worden zodat het uit die constante staat van paraatheid kan komen. Lichaamsgerichte oefeningen, ademhalingsoefening en oefeningen die verzamelde spanning kan reguleren in combinatie met gesprekstherapie is vaak een begin van de kloof tussen hoofd en hart te verkleinen. Soms heb je even ondersteuning nodig om het paadje naar lichaam en je gevoel weer te vinden en te ontdekken dat het al die tijd op jouw is blijven wachten. Iedere maand denk ik weleens dit is de laatste blog die ik schrijf! Dan voel ik onzekerheid of ik wel iets op tijd ga vinden voor mijn maandelijkse blog en bekruipt me een drukkend gevoel van moeten schrijven. En toch, je ziet het, ik schrijf nog steeds, ook nu weer.
Meer en meer durf ik te vertrouwen op een nieuw gevoel dat de afgelopen jaren is ontstaan. Dit gevoel kan ik het best omschrijven als het niet meer moeten van mezelf; ont-moeten en geen spanning meer opzoeken; ont-spannen. Klinkt dat vaag? Ik zal proberen uit te leggen wat ik bedoel. Ik ontdekte dat iedere keer wanneer ik me gespannen boven mijn bureau aantrof om een blog te schrijven, ik vooral gedreven was door de druk van de kalender en de druk van mezelf. Het lukte me dan wel om een stukje op papier te krijgen, maar ik was er nooit tevreden mee. Het schrijven ging stroef en er ontbrak iets. Dat iets zou ik nu bezieling noemen. Mijn blogs ontstaan juist als ik het ‘willen schrijven’ compleet loslaat. Ook al is het al twee weken in de nieuwe maand en begint de tijd te dringen. Tja, waar die ideeën ook vandaan komen, ‘daar’ spelen tijd en kalenders geen rol! Het kan zijn dat ik de was sta te vouwen, in de tuin bezig ben, de groente aan het wassen ben, kortom als ik ontspannen ben en de energie in mij stroomt, dat er zich ineens een onderwerp aandient. Als ik dàn ga zitten, gaat het schrijven vanzelf en is het schrijven een heerlijk, zelfs verslavend gevoel van iets dat samenkomt in mijzelf. Ik ben dit een interessant fenomeen gaan vinden en hoe meer ik er op let, hoe meer ik de effecten van het ont-moeten en het ont-spannen ook ontdek in andere stukjes van mijn leven. In mijn praktijk merk ik dat ik op mijn best ben wanneer ik stop mijn best te doen. Klinkt misschien gek, een therapeut die haar best niet doet? Toch merk ik het keer op keer. Wanneer ik mij bewust aanzet te ontspannen, als het ware achterover leun in mijn stoel, niets wil maar ook niets verwacht en simpel ga met dàt wat er in het moment is, komt er een stroom van informatie tot mij vanuit mijzelf maar ook van buiten mijzelf. Er ontstaat een ware ontmoeting tussen de cliënt en mij die voelbaar wordt. Het tegenovergestelde gebeurt ook, ik stop de sessie wanneer ik merk dat het zweet onder mijn neus staat van inspanning; als ik te 'hard aan het werk' ben. Inmiddels weet ik dat ik op die momenten tegen een stroom in aan het gaan ben. Dat kan aan mij liggen, maar het kan ook zijn dat ik bepaalde signalen van spanning in mijn cliënt niet heb opgemerkt. Ik raak dan steeds verder van mijzelf en dus ook mijn bron van informatie vandaan. Het beste is dan te stoppen en met de billen bloot te gaan, met andere woorden dan geef ik ook aan dat iets niet lekker loopt in de sessie en dat ik even een pas op de plaats wil maken. Ik vergelijk het met een spinnenweb. De spin is afhankelijk van een rustig, gebalanceerde en transparante spinnenweb om aan te voelen wanneer er een maaltijd in zijn web is gevlogen. Als er een obstakel aan zijn draden kleeft, dan zorgt dit obstakel voor weerstand dat met maar het kleinste zuchtje wind zijn volledige web heftig laat schudden. Dan is het gedaan met aanvoelen, dan moet het obstakel eerst ontruimd worden voordat de spin zich weer kan afstemmen op zijn energetische draden en kan voelen wat er gebeurt. In het klein gebeurt dat ook wanneer wij bijvoorbeeld een gespannen verwachting creëren. Deze spanning barricadeert onze ontvankelijkheid van een stroom aan energie die we omzetten in gevoelens en gedachten. Al onze aandacht stroomt naar het eind resultaat in plaats van dat we ons kunnen richten op het proces om daar te komen. Spanning vormt weerstand in energie stroom, er ontstaat een energetische blokkade. Spanning ontstaat al door onszelf druk op te leggen, door ons verantwoordelijk te voelen voor iets of iemand, door onzekerheid te camoufleren, door je best te gaan doen. We creëren dan kleine obstakels in ons energieveld die vervolgens al onze energie opslokken. Spanning in je systeem neemt ruimte in beslag. Vaak zeggen mensen dat ze vol zitten. Spanning ontladen creëert ruimte. En dat voelt niet alleen lichter en ruimtelijker maar je maakt tegelijkertijd jezelf transparanter waardoor het leven letterlijk en figuurlijk door je heen kan stromen. Je laat gaan wat je niet kunt gebruiken en je observeert waar je wat aan hebt. Ongemerkt kennen we dit wel. Je bent met een probleem gaan slapen en de volgende ochtend, terwijl je je tanden staat te poetsen schiet ineens de oplossing binnen. We moedigen onszelf en anderen aan om even in beweging te komen als we zitten te piekeren over een probleem, even te wandelen, letterlijk in een andere omgeving zijn helpt! Die ont-spanning en ont-moeten laat nieuwe informatie binnen waardoor het probleem daarna anders aanvoelt. Minder je best doen dus en meer ont-moeten! Hoe is dat voor een nieuw voornemen voor in het nieuwe jaar! Je verbonden voelen met iemand is een gevoel dat we ergens allemaal wel kennen en tegelijk zich moeilijk in woorden laat uitleggen. Wanneer is het gevoel er wèl en wanneer niet? Waar begint de verbinding en waar wordt de verbinding verbroken. Je verbinden met een ander begint niet met een gedachte. Je verbinden met een ander doe je niet met je hoofd. Als je verbinding zou willen ‘vastpakken’, zou dat niet lukken en ervaar je waarschijnlijk hetzelfde als wanneer je soep met en vork eet.
Toch zijn wij allen in staat om dit gevoel te voelen. Iedereen in verschillende mate, en de een gemakkelijker dan de ander. In gesprekken met de ander voelen we ons soms wèl gehoord en soms niet. We voelen ons gehoord als iemand aansluit bij het gevoel dat we opdat moment ervaren. Een kind dat nog niet het verschil tussen fantasie en werkelijkheid ervaart, kan vreselijk overstuur zijn omdat het voelt dat er een monster onder het bed zit. Wanneer je dan reageert vanuit je eigen belevingswereld en rationeel gaat uitleggen dat dat niet kan omdat monsters onder het bed niet bestaan, zal dat een hele andere uitwerking hebben dan wanneer je het angstige gevoel van het kind er laat zijn en daarbij aansluit zonder dat je het gevoel weg wilt nemen. “Ik zie dat je bang bent”. “Ik zie dat je erg geschrokken bent?” “Heb je het gevoel dat er iets onder je bed zit?” Word je dan bang en wil je dat mam kijkt of er echt een monster zit?" Waarschijnlijk zal het kind instemmend knikken, zich rustiger voelen omdat zijn gevoel geaccepteerd wordt en hij voelt hoe de moeder zich met zijn gevoel verbindt èn dus ook met hem / haar. In gehoord worden voelen we ons verbonden met onszelf en de ander. We hoeven ons gevoel niet te veranderen als het gevoel er mag zijn. We hoeven onszelf niet te veranderen. Door te voelen hoe een ander jou accepteert, kun je jezelf accepteren. Het bevestigt jou in je bestaan en waarheid. Dat wat je gevoeld hebt is echt klopt en is in overeenstemming met jouw werkelijkheid. Als we niet gehoord kunnen worden houden we in alles op met bestaan behalve in onze eigen hoofd. We beginnen dan te twijfelen aan onze eigen innerlijke stem, onze eigen ervaring en gevoel. Wanneer we onze gevoelens en ervaring niet kunnen vertrouwen, splitsen we ons hiervan af. ‘Tenzij je me vertelt wat je hebt gehoord, kan ik niet zeker zijn van wat ik feitelijk zeg' Robert Maidment In het tweede jaar van de opleiding kreeg ik groen licht om met cliënten gesprekken te mogen voeren. Ik werd nauwlettend in de gaten gehouden door mijn supervisor. Ik vond het doodeng. Wat heb ik iemand nu te bieden? Ga maar luisteren met alles wie je bent, zeiden de docenten op de opleiding. Je zult merken hoeveel genezing er kan plaats vinden, wanneer iemands verhaal en gevoelens simpelweg gehoord en ontmoet worden door een aandachtige inlevende luisteraar ook al verandert er feitelijk niets aan de omstandigheden. Onderling hadden we als studenten urenlang naar elkaar geluisterd. We kregen terug gespiegeld van elkaar wat de ander tussen de regels door gevoeld had. We werden experts in het benoemen van subtiliteiten en nuances die we voelden terwijl er geluisterd werd naar je als je sprak. We werden gefilmd, hoorden onze eigen stem en zagen het effect van verschillende wat lichaamshoudingen. Ik herinner me hoe ik -tig sessies met cliënten moest opnemen met een recorder om vervolgens grote gedeeltes daarvan woord voor voor uit te typen. Vervolgens koos mijn supervisor er een fragment uit die we dan naspeelden in haar praktijk. Ik werd de cliënt, en las voor van de getypte woorden die mijn client gesproken had. Mijn supervisor verplaatste zich in mijn rol en sprak de woorden die ik gesproken had. Ze liet me letterlijk voelen hoe mijn woorden, mijn reacties, verbaal en non verbaal binnenkwamen. Je kan je wel voorstellen dat ik na een aantal jaar een fijnbesnaard gevoelsantenne ontwikkelde. Dit had ook zo zijn uitwerking op de relatie met mijn man. Ik onthield natuurlijk precies wat fijn voelde in een gesprek en wat niet. Ik ging tijdens mijn opleiding zelf ook wekelijks naar een psychotherapeut en voelde welke reacties van haar mijn gevoel van schaamte wegnamen, mij bevestigden in mijn eigen gevoel en zo meer. Thuis vergat ik soms dat mijn man niet zo getraind was maar een goede zoon van de huidige cultuur was geworden. Zoals zoveel mannen had hij vooral ervaren hoe mannen problemen behoren op te lossen, gevoelens te verzachten, rationaliseren of minimaliseren. Ik voelde heus zijn goede intenties, maar kon ook niet onderdrukken dat ik me vaak niet ontmoet voelde en verbrak dan soms zelfs de verbinding door nukkig te reageren. Mijn therapeut adviseerde me dit te bespreken met hem en hem letterlijk woord voor woord te laten horen wat voor reactie ik wel graag wilde horen. Dit voelde natuurlijk in het begin vreselijk gekunsteld en ongemakkelijk. Toch was ik blij verrast hoe nieuwsgierig en hoe gemakkelijk mijn man dit nieuwe stukje gereedschap verkende en tot zich nam. Alsof ook hij aanvoelde dat zijn manier van reageren ergens ook de verbinding verbrak en dat met deze nieuwe woorden hij instaat was de verbinding te onderhouden. Zo is het een tijdje gegaan dat ik mijn man soms even voorbereidde als ik iets wilde vertellen en zoiets zei als: “Ik ga je straks iets vertellen maar je hoeft het niet op te lossen”, of “Je hoeft me niet te redden uit mijn gevoel, ik wil alleen graag dat je luistert en beaamt dat het een rot gevoel voor mij is en dat je ziet dat ik er last van heb, meer niet”. Een veelvoorkomend probleem bij partners is dat ze zich vaak machteloos voelen en niet weten hoe ze de partner kunnen helpen met een probleem. Als de een niets kan doen aan het probleem van de ander wil hij of zij er vaak ook niets over horen. Wat echter vaak belangrijker is dan het verhelpen van het probleem is het erkennen en beamen van de gevoelens van de ander. Luisteren is iets anders dan je voor te bereiden op je weerwoord. Het verschil tegen iemand te spreken of met iemand spreken is een voelbaar groot verschil. Misschien is het geven van onze volledige aandacht wel een van de belangrijkste dingen die we een ander kunnen geven. Wanneer we luisteren met aandacht zullen we niet alleen mensen om ons heen verzamelen die iets te zeggen hebben, we verbinden ons met een ander op een manier die getuigt van diepe oprechtheid. Deze link is een grappig Engelstalig filmpje op You Tube over dit onderwerp https://www.youtube.com/watch?v=-4EDhdAHrOg Argumenten in relaties geven ons vaak het gevoel dat we tegenover elkaar staan. De ander voelt als een vijand, een gevoel wat we juist willen vermijden. De taal die we tijdens ruzie’s vaak gebruiken is een taal die deze polarisatie juist benadrukt en die het samenkomen en verbinden vaak in de weg staat.
Je kan het oneens zijn met elkaar, een argument hebben en je toch verbonden voelen met de ander. Hoe doe je dat? Je hebt een taal nodig die verbindt. Een taal die een ruimte creëert waarin we ons niet hoeven te verdedigen maar waarin we uitgenodigd worden bij onszelf te blijven en onze eigen waarheid te durven uiten. Woorden die niet als aanval klinken maar als een hand die ons uitgestoken wordt. Hoe klinkt die taal? Helaas hebben we deze taal vaak nergens kunnen afkijken omdat onze ouders en opvoeders deze taal ook niet machtig waren. We hebben deze taal dus niet kunnen oefenen. Het voelt dan ook heel vreemd om opeens zo te gaan spreken en sterker nog; waar haal je die woorden vandaan? Vandaar dat ik een paar zinnen hieronder heb geschreven, die je een idee geven hoe deze taal kinkt en zodat je ze kan gaan oefenen. Het is een ander soort woordgebruik met een ander energetische lading en als je daar niet bekend mee bent zullen deze woorden niet automatisch voorhanden zijn. Het is even stuntelen en je onhandig voelen, maar ondanks je gehakkel zul je meteen merken dat het effect heeft. Het gaat er namelijk niet om wat je zegt maar hoe je een ander laat voelen wat effect heeft en deze woorden hebben dat effect. Hieronder wat voorbeelden die je zelf kunt aanvullen. “Hoe is het gekomen dat we hier in onze relatie zijn beland?” “Wat is er tussen ons gebeurd dat we steeds minder ons zelf durven te zijn?” “Wat is er de afgelopen jaren met ons gebeurd, dat we steeds meer opgekropt hebben?” “Wat is onze relatie ingeslopen, waardoor we bang zijn geworden eerlijk tegen elkaar te zijn?” “Hoe is het gekomen dat we elkaar zo beschermen alsof we denken dat de ander uit elkaar gaat vallen als we onze ware zelf laten zien?” “Wat zou ons kunnen helpen om weer een gevoel van veiligheid te ervaren tussen ons tweeën?” Wat opvalt is het gebruik van het woord wij en we. Het jij-en en ik-ken is verdwenen. Deze taal faciliteert het gevoel van wij samen, het maakt het weer mogelijk om naast elkaar te gaan staan. Hierdoor ontstaat er een sfeer waarbij we dichter bij onze gevoelens durven blijven, we spontaner kunnen zijn en weer beginnen onze eigen waarden en ervaringen te op te volgen ook als die anders zijn dan van onze partners. Wil je gehoord en begrepen worden, begrijp dan eerst de ander. Er zijn momenten waarin we wel de woorden jij en ik kunnen gebruiken. Dit kan wanneer je in de huid van de ander probeert te kruipen en de ander willen begrijpen. Het is vaak een verademing om te horen hoe je partner zijn of haar best doet om zich te verplaatsen in jou. Het zijn in dit soort momenten dat je elkaar kunt helpen open en eerlijk te zijn met elkaar in een sfeer van respect en veiligheid. Dat klinkt dan ongeveer zo: “Vertel me eens, hoe heb jij dat beleefd?” “Dat wist ik niet, wil je daar iets meer over zeggen? “Ik zou graag willen weten hoe dat voor jou is / was?” “Wat gaat er dan in jou om als ik dit zeg, of het zo verwoord?” “Neem me eens mee in jouw gedachten / gevoelswereld, wat denk / voel jij dan?” “Wat zou jou helpen in een volgende situatie?” “Heb je een idee wat het is dat je nodig hebt van mij om…?” “Wat is het in mij waar jij een negatieve reactie ervaart?” Differentiëren in je relatie betekent aan jezelf vast kunnen houden ook als je iets hoort van de ander waar je het niet mee eens bent. Het betekent je eigen reactie even kunnen parkeren en dat wat je hoort wel kunnen erkennen als de beleving van de ander. Hierdoor kun je in gesprek blijven met de ander. Doordat de ander zichzelf verplaats in jou en jij ook de kans krijgt te vertellen hoe het voor jou is ontstaat er een sfeer van gelijkwaardigheid. Door dit te ervaren kun je het vreselijk oneens zijn met elkaar maar ook daar rustig over kunnen praten en elkaar vinden en jezelf vinden. Het helpt om te oefenen beurtelings naar elkaar te luisteren. Het is normaal dat dat onnatuurlijk voelt, maar soms kan het dè manier zijn om onbewuste patronen en dynamieken die de relatie zijn ingeslopen te doorbreken. De één is de vrager en de ander de verteller. De vrager scheidt zichzelf even af van zijn of haar eigen reacties, gedachten en gevoelens en parkeert deze tijdelijk om zich zo volledig te kunnen richten op de ander. De vrager luister aandachtig en kan nog even samenvatten wat hij of zij heeft begrepen. “Dus als ik je goed begrijp voel jij je altijd …” Maak een begin je bewuster te worden van jezelf, je gevoelens en je gedachten. Ontdek wat er in je omgaat op verschillende momenten van de dag en oefen beetje bij beetje dit onder woorden te brengen. Dit wordt zelfvalidatie genoemd, het valideren van jezelf; het erkennen van wie je bent en wat er in je omgaat maakt je stevig van binnen. Stevigheid van binnen uit is een gevoel positief jij alleen jezelf kunt geven, je partner kan dit gevoel alleen maar ondersteunen, hij of zij kan je dit gevoel niet geven of maken. Je moet je eigen welzijn en hoge zelfrespect zelf creëren. In het snelle alledaagse leven is het niet altijd eenvoudig even stil te staan bij jezelf. Een fijne App die je helpt is bijvoorbeeld 7Mind. Dagelijks stuurt het je simpele reminders om op verschillende manieren even stil te staan bij jezelf. Wanneer het hebben van een verschillend argument al gauw eindigt in ‘jij-en’ en ‘ik-ken’ kan ik me voorstellen dat je steeds creatiever wordt in het ontwijken en ontlopen van confrontaties. Het worden dan al gauw vermoeiende en eindeloze ruzie's. Binnen de kortste keren gaat het niet meer om het initiële onderwerp maar ben je allebei alleen nog maar je eigen terrein aan het verdedigen.
Relaties zijn groeimachines ze confronteren ons met waar we zijn in onze persoonlijke ontwikkeling. We mogen op de kalender dan al lang en breed volwassen zijn, dit betekent niet dat ‘hoe we relaties doen’ en onze manier van communiceren automatisch is meegegroeid. Een volwassen relatie hebben betekent ook op een volwassen manier een argument kunnen hebben. Het heeft te maken met de mate waarin we disharmonie tolereren en we verschillend van elkaar mogen zijn. Het heeft te maken met het okay zijn met jezelf zelfs wanneer het voelt dat de ander je afwijst. “Wij gaan nooit met ruzie slapen en praten altijd alles eerst uit” hoor ik stellen weleens zeggen met enige trots. Hoewel dit ook zeker te waarderen is schuilt hierin ook een gevaar. In de meeste gevallen wat stellen bedoelen te zeggen is dat ze goed geworden zijn in het 'water bij de wijn doen’, het vermogen te incasseren omdat ze in hun leven niet hebben kunnen oefenen of niet van anderen hebben kunnen afkijken hoe je aan jezelf vast houdt als de ander het serieus oneens is met jouw gevoel of gedachten gang. Niet zo gek dat we in relaties confrontaties meer en meer vermijden om afkeuring en afwijzing te ontwijken. Hoe meer we ons identificeren met de ander hoe belangrijker we zijn of haar goedkeuring vinden. Hoe meer we onze eigen stevigheid voelen hoe onafhankelijker we durven zijn. De noodzaak jezelf te verdedigen in gesprekken verdwijnt dan vanzelf naar de achtergrond en het wordt gemakkelijker je eigen waarheid te spreken ook als die anders is, omdat je altijd terug kunt vallen op je eigen goedkeuring. Deze vaardigheid wordt differentiatie genoemd. De manier waarop we ‘aan onszelf vasthouden’ terwijl we in gesprek blijven of verbonden blijven met de ander. Het betekent jezelf kalm kunnen houden, ook als je iets hoort wat je van stuur maakt, ook als je iets hoort waar je het niet mee eens bent. Differentiatie verwijst naar de vaardigheid van het jezelf even kunt afscheiden van je eigen gevoel en gedachten. Het verwijst naar stevigheid in jezelf voelen zodat je jezelf durft te confronteren in plaats van alleen maar geconcentreerd te zijn op je partner en verlangen dat je partner veranderd. In plaats van te ‘jij-en’ en ‘ik-ken’ wat vooral zorgt dat je tegenover elkaar komt te staan is het belangrijk een sfeer te creëren waarin je weer naast elkaar plaats neemt. Om je verbonden met de ander te voelen is een ruimte nodig waarin beide partners zichzelf durven zijn zonder daarop afgerekend te worden. Hoe doe je dat? Een goed begin is het halve werk. Het begint met een verandering van focus. Confronteer jezelf, niet je partner. Je partner hoeft dan geen muur om zich heen te bouwen en zich te verdedigen. Zonder de noodzaak ons te hoeven verdedigen zijn we veel meer bereid te kijken naar ons eigen doen en laten en kunnen we beter horen naar wat de ander te zeggen heeft. Durf jezelf te confronteren. Ben je eerlijk naar jezelf? Ben jij de persoon die je wilt zijn? Zet jij je actief in om het beste in jezelf naar boven te halen? We zijn vaak defensief omdat we onszelf niet durven te confronteren. Durf te kijken naar je afweer, negatieve gedachten die zijn geactiveerd als een beschermingsmechanisme. Stop met aanvallen. Als jij aanvalt, kun je een tegenaanval verwachten. Als je allebei alleen maar defensief bent verandert er niets. Durf te kijken naar bijvoorbeeld jouw timing, jouw manier van praten, jouw manier om vast te houden aan wat er gezegd wordt, jouw afweer, jouw behoefte om te controleren, jouw reacties, jouw angstgevoelens, jouw ongeduld en on-verkende eigen leven? Stop met je partner de schuld te geven. Je begint zo al met een achterstand door jezelf in de slachtoffer rol te plaatsen. Wordt nieuwsgierig wie en wat er over blijft als je het beschuldigen naar de ander weghaalt. Wordt nieuwsgierig naar jezelf en nieuwe inzichten in jezelf als je begint met het vestigen van de aandacht op jezelf. Stop met het persoonlijk nemen van de reacties van je partner, ook als ze aan jouw gericht zijn. Jij kiest zelf of je het aanneemt en welke betekenis je dit geeft. Je partner heeft recht op eigen gevoelens, reacties en zelfs oordelen. Weet dat ze allemaal zijn gefilterd door zijn / haar eigen persoonlijke geschiedenis en bagage. Houd altijd je eigen mening over jezelf. Er zit altijd een kern van waarheid in wat je partner zegt. Blijf geïnteresseerd in wat de ander beweegt. Je hoeft er niet mee eens te zijn. Door je te verplaatsen in zijn of haar gedachten wereld blijf je met elkaar in verbinding. Alleen als je verbinding voelt met de ander ben je gemotiveerd om te veranderen. Dat geld voor jezelf, maar ook voor de ander en onderschat ook niet het signaal die jij uitzendt wanneer je de ander blijft proberen te begrijpen! Reken niet op je partner om positief te reageren. Verwacht niet dat jouw partner er is om jou te redden, dat is niet de taak van je partner. Vind je eigen benen en als je dat moeilijk vind dan is daar het begin van jouw groei. Ga uit het hoofd van je partner. Dat wil zeggen, stop met analyseren, ongevraagde suggesties voor verbetering of kleine prikken. Ze versterken alleen de muur die de ander om zich heen bouwt. Door je te richten op jezelf en jezelf durven te confronteren, creëer je een ruimte waarin je partner zich niet meer hoeft te verdedigen en kan beginnen zichzelf tegen te komen. Durf te zijn wie je bent, diep van binnen ken jij de mooie kanten van jezelf. Laat deze er zoveel mogelijk uit! Voel je goed over jezelf ook als je partner jou nog niet de waardering geeft of jou behandelt zoals je dat graag zou willen zien. Wees zelf de partner die je zelf graag zou willen hebben. Relaties zijn groeimachines, ze zijn ervoor om het beste in onszelf naar boven te halen. Begin relatievraagstukken als een kans te zien voor je eigen groei en mogelijkheden je relatie naar het volgende level te brengen. Bouwen aan een stevig fundament in jezelf is een werk in uitvoering. Heb liefdevol begrip voor de tussenfase waarin jij en je partner nu zijn. Het gaan niet vanzelf, het gaat ook niet meteen goed maar kleine stapjes maken het begin. In de volgende blog meer over de taal die we nodig hebben om in plaats van tegenover elkaar te staan weer een gevoel van ‘wij samen’ te ervaren. Jezelf zijn is makkelijker gezegd dan gedaan. Vooral in een langdurige relatie met een ander leert de ervaring ons dat we het juist moeilijker vinden om bij onszelf te blijven en onze eigen waarheid te spreken. We raken zo op elkaar ingespeeld dat we onze eigenheid daarmee verliezen.
Je zou kunnen zeggen dat je aan het begin van je relatie het meest jezelf bent. Je laat dan nog het meest je eigenheid zien, je komt van een pad alleen en je weet ergens dat je juist gekozen bent om wie je bent. Ook je partner is dan nog het meest zichzelf. Iemand die los van jou staat straalt een bepaalde aantrekkingskracht uit. Het nog niet helemaal kennen van de ander en dan deelgenoot worden van zijn of haar leven voelt heel speciaal, we noemen dit intimiteit. Het niet zeker weten of de ander voor jou zal blijven kiezen houdt je gemotiveerd. De spanning van het ontdekken van de ander, het niet alles weten zorgt voor dat fijne avontuurlijke gevoel wat we vaak zo kennen van het begin van de relatie. Natuurlijk helpt het grandioos dat je verliefd bent en je hormonen aanmaakt waardoor je de ander door een roze bril ziet. Zo vind je zijn of haar hulpeloosheid in het begin misschien juist schattig en geeft je dat net dat gevoel dat je iets kunt betekenen voor de ander. Gek genoeg merk je dat je na een jaar of tien je juist gruwelijk ergert aan het feit dat jij steeds degene bent die iets voor je rekening neemt en je zo veel meer verantwoordelijk voelt. Ook evolutionair gezien is het verklaarbaar dat we onszelf in het begin niet toestaan te kritisch te zijn zodat we kunnen versmelten in elkaar en samen een fundament kunnen gaan vormen voor eventueel een gezin, het kopen van een huis en andere en andere belangrijke beslissingen die op je gezamenlijke pad komen. Er zijn theorieën die er van uitgaan dat we van oorsprong ons willen voortplanten en dan kan een al te kritische houding naar de ander behoorlijk in de weg staan. ‘To be forever as one’, is vaak wat ons voorgeschoteld wordt in media en romantische films. Versmelting is zeker noodzakelijk om in het begin tot elkaar te komen. Denk hoe de natuur hier op ingespeeld is door de baby’s een hoge aaibaarheidsfactor te geven, prachtige grote ogen en heerlijke baby geur. Dit alles helpt om de ouders waar de baby afhankelijk van is aan zich te binden en één te worden. Deze fase van versmelting is van nature niet bedoeld om oneindig door te gaan. Zoals het voor iedere puber na de initiële versmelting met zijn ouders noodzakelijk is zich los te maken en zijn eigen benen te vinden is dit niet anders in een partnerrelatie. Daarmee bedoel ik niet dat losmaken en het vinden van je eigen fundament het einde van de relatie is en je eigen pad verder volgt. De volgende fase is samen een nieuw evenwicht vinden in het samenzijn op basis van ieders eigenheid. Veel relatie problemen ontstaan wanneer men op een onnatuurlijke manier vasthoudt aan het versmelten, het elkaar nodig hebben in plaats van elkaar willen. Je gaat dat wat jouw tot een geheel maakt niet riskeren en op het randje zetten. Dus meer en meer trek je je zijden handschoentjes aan en kom je samen in de spaarstand. Bepaalde onderwerpen zijn niet meer bespreekbaar omdat je elkaar wilt sparen en beschermen voor onplezierige confrontaties. Ik ben alleen okay als jij ook okay bent wordt de status quo. Zonder dat je er erg in hebt, ga je je aanpassen, niet te veel golven maken en daardoor wordt het dus lastig om volledig jezelf te zijn. Jezelf zijn betekent integer met jezelf omgaan en je eigen waarheid spreken, ook als dat betekent dat de ander het niet met eens is met jou. Het is het aan jezelf vast kunnen houden ook als het stormt in de relatie. Hoe komt het dat we vaak aan deze initiële fase van versmelting vast houden en we weerstand voelen om onze eigenheid weer op te zoeken. Het antwoord is tweeledig. Enerzijds komt het omdat versmelting een schijn veiligheid en afhankelijkheid creëert. Het zo op elkaar afgestemd zijn creëert een zekere voorspelbaarheid en daarmee een schijn veiligheid. Een valse rust waar je aan gewend raakt. Je weet precies wat je wel en niet moet zeggen om de goede sfeer te behouden. En vaak weet je ook wel hoe de ander gaat reageren op wat jij zegt. Elkaar uit de weg gaan kan enorm handig zijn in een druk gezin of in een relationele dynamiek waar weinig geoefend is om te gaan met confrontaties. Je communiceert en beweegt je steeds op het zelfde stukje terrein wat veilig is. Het mag dan wel zo zijn dat we van nature ook een drang hebben om onze eigenheid weer gestalte te geven, we hebben hierin vaak geen voorbeeldfiguren gehad. We hebben dus niet kunnen afkijken van onze ouders of opvoeders hoe je je eigen waarheid spreekt en aan jezelf vasthoudt. Hoe doe je dat precies, de ander confronteren met misschien iets onplezierigs en wèl in gesprek blijven? Onze associatie met confrontaties herinnert ons in de meeste gevallen aan vervelende ruzies en een argumentale sfeer waarin juist de verbinding verbroken werd. Niet zo gek dus dat we vanuit onze oude patronen liever geen golven maken en graag geloven in een schijn veiligheid. Maar is de sfeer dan echt zo goed of ben je ergens zelf aan het compenseren? Vaak is het laatstehet geval en houden we dat wat er werkelijk in ons omgaat voor ons zelf. Zo brokkelt langzaam maar zeker je eigenheid af omwille van die ‘veilige sfeer’. ‘To be together as one´ wordt op den duur de killer van intimiteit omdat beetje bij beetje sleur om de hoek komt kijken. Ergens voelen de meeste partners wel aan dat het tijd is om de relatie uit de zijlijn te halen en elkaar weer face to face te benaderen. We beginnen ons voorzichtig te uiten maar schrikken snel omdat het vaak resulteert in ruzies en conflicten. We vallen vaak terug op ‘jij-en’ en ‘ik-ken’ en staan binnen de kortste keren tegenover elkaar. “Als jij zo doet, dan voel ik me zo”, “Hoe kun jij dat nou zeggen, jij gaat zelf altijd…” Wat nodig is om in gesprek met de ander te kunnen blijven wordt differentiatie genoemd. Differentiatie, is de manier waarop we ‘aan onszelf vasthouden’ terwijl we verbonden blijven met onze partner. Differentiatie verwijst naar het terug kunnen vallen op je eigen stevige fundament. Hiervoor is het dus zo belangrijk dat je weer je eigen benen voelt en je een geheel vormt zonder het stukje van de ander. Meer over differentiatie en hoe communicatie kan klinken zal ik verder uitleggen in een van mijn volgende blogs. Mijn relatietherapie is gebaseerd op de gedachtengangen van David Scnarch (Psycholoog en auteur) en Ester Perel (Psychotherapeut, auteur en spreker). Veel van hun gedachtengoed komt samen in deze blog. Wil je meer van hun lezen of weten, google dan hun namen. Er staan on-line, youtube filmpjes, podcasts en Ted Talks van deze twee experts op het gebied van sex en relaties. Verdriet is een normale reactie op verlies en het uit zich op verschillende manieren.
Als je…
Je bent volledig normaal! Verdriet volgt geen soepel pad en is voor iedereen weer anders. Niemand treurt en heelt op dezelfde wijze. Het hangt af van wie of wat we hebben verloren, onze persoonlijke geschiedenis, onze culturele en spirituele overtuigingen en onze persoonlijkheid. Er is geen goede of verkeerde manier om verdriet te ervaren. We hebben onze eigen interpretaties hoe om te gaan met verdriet. Er wordt vaak gezegd dat je er doorheen moet. Dit suggereert dat er een andere kant is waar iets ‘opgeklaard’ zou zijn. Mijn eigen ervaring en de ervaring die ik heb gekregen in mijn praktijk is dat mensen vaak ervaren dat het een gevoel van absorberen is, het opnemen van verdriet en dan nog een beetje en nog een beetje… Intens verdriet heeft vaak met verlies te maken. Het verliezen van iemand die je lief is, verlies van gezondheid, baan, vertrouwen, de wijze waarop je gewend bent te leven. Sommige ervaringen zijn er niet om te vergeten en los te laten. In plaats daarvan, nadat het je hele leven eerst onderste boven zet, keert het je ook nog eens binnenste buiten. Verdriet om groot verlies is vaak niet iets wat een duidelijk begin of eind heeft, alsof het een ´taak´ is die je uitzit om vervolgens verder te gaan. Het is een element in jezelf dat permanent verandert, het wordt een nieuwe manier van kijken en een nieuwe definitie van wie je bent. Het gedicht van Susan Forbryt beschrijft dit: ~ DE LENS VAN VERLIES ~ Verdriet is vaak meer dan een moment of periode het is meer een soort lens. Een lens waarin de details van alles verschijnt, vervormd, of zelfs vergroot. Ochtenden, wat er gezegd wordt, bezittingen, zonsondergangen en kustlijnen zien er nu anders uit ... Gevoelloosheid, woede, verdriet en wanhoop worden de nieuwe gebeden stilletjes geuit en gehuild te midden van de bewegingen van normaliteit. Er is geen weg terug naar voorheen. Dus je gaat door en gaat door, maar houdt het in de buurt de weemoed van elk geheugen, alsof het een doekje was dat je bij elkaar hebt gepakt om het zo op zijn plaats te houden jouw blijvende maar een gewonde hart. Mensen met verdriet hebben zorg en aandacht nodig. Daarmee bedoel ik dat we onszelf naast de persoon plaatsen terwijl zij hun weg zoeken om te gaan met deze intense gevoelens. Het betekent ze te steunen terwijl zij een betekenis zoeken voor wat hun is overkomen. Het betekent een container zijn, een spiegel, een klankbord, een onderzoeker, een opvoeder, een advocaat, een rustonderbreking, een hulpje en een ontmoeting zijn. Het betekent sterk en kwetsbaar zijn. Het betekent goed voor onszelf zorgen, vooral als we onze grenzen kennen, zodat we naast degenen kunnen blijven staan wiens zorg complex en uitdagend is. Hoe zit dat toch, we zijn sociale wezens met behoefte aan connectie en verbinding maar soms kunnen de contacten en relaties met anderen enorm vermoeiend zijn. Het lijkt alsof we onszelf voortdurend in de weg zitten òf dat we in de weg gezeten worden door een ander.
Sommige van de volgende situaties zul je misschien wel herkennen; ‘Hoe goed het je ook doet dat je weet dat jij iemand bent die altijd klaar staat voor je familie en vrienden; soms trek je zelf vaak aan het kortste eind, want niemand die eens vraagt wat jij nodig hebt.’ ‘Je hebt afgesproken met je partner en kinderen om ’s avonds samen naar de bios te gaan, als je beste vriendin een speciaal dineetje heeft geregeld zodat je haar nieuwe vlam kan ontmoeten en je twijfelt wat je moet besluiten… Vaak willen we niemand teleurstellen en nemen we ongemerkt de verantwoordelijkheid voor de gevoelens van iedereen. We denken te weten wat de ander wel of niet van ons zal denken. Vaak is de uitkomst dat we onze eigen gevoelens en gedachten negeren. Allemaal voorbeelden die met hetzelfde fenomeen te maken hebben; grenzen. Hoe stel je grenzen en hoe bewaak je ze? Hoe ga je om met de behoefte en verlangens van een ander? En waar plaats je je eigen verlangens? Hoe je omgaat met grenzen heeft vaak te maken met de balans tussen ons menselijke verlangen te willen versmelten met een ander en de pijn je afgescheiden te voelen van een ander. De mate waarin we tijdens ons opgroeien te maken hebben gehad met ontberingen op het gebied van hechting, veiligheid en continuïteit bepaald in grote lijnen hoe we omgaan met grenzen; of we zichtbaar durven zijn met onze eigen verlangens, nee zeggen als we nee bedoelen, durven vaststellen wat acceptabel is maar ook wat niet oké is, je durven laten leiden door je gevoel. Ja, zelfs als dit betekent dat we anderen teleurstellen en onze behoefte om goedgekeurd te worden laten varen. Het is een beetje contra-intuïtief en vereist bewuste oefening. Geen grenzen voor jezelf hebben, zorgt dat je constant op de buitenwereld gericht bent. Het hart staat te open en er stroomt zo geen energie naar binnen toe die jezelf voedt. Deze manier is uitputtend. Vaak proberen we de leegte in onszelf weer te vullen door ons op dezelfde manier weer excessief op anderen te richten. Te starre grenzen zorgen ervoor dat het hart gesloten blijft. Het binnenste van ons stroomt niet naar buiten en van buiten stroomt wordt er niets binnen toegelaten. Dit leidt vaak tot eenzaamheid, onzekerheid en somberheid. Juist deze gevoelens houden deze grenzen in stand omdat het je de energie en kracht ontneemt je te verbinden met een ander. Als een lege accu wachten we op startkabels. We zetten onszelf in de wacht, hopend dat iemand ons komt redden. Ergens in dit spectrum van geen grenzen aan de ene kant en te starre grenzen aan de andere kant zitten we allemaal. We worden helaas niet geboren met een kant en klare vaardigheid om adequaat met grenzen om te gaan. We zijn hiervoor in de eerste plaats afhankelijk van hoe onze opvoeders omgaan met grenzen. Daar kijken we het vanaf; wat we om ons heen zien kopiëren we of het nu gezond gedrag is of niet. Hier ligt ook een van de redenen dat wij mensen grenzen moeilijk vinden. Soms hebben onze ouders dat namelijk ook niet kunnen afkijken of kunnen oefenen en dus worden ongezonde grenzen doorgegeven van generatie op generatie. Gezonde grenzen zijn geen muren of hekken met prikkeldraad. Het zijn poorten, deuren die we selectief kunnen openen als het gezond is om dat te doen. De juiste balans is een mix van structuur en vloeibaarheid, bijna als een open hart met een stevige poort bij de opening. We laten niet zomaar iemand binnen. We openen selectief en laten onze grenzen zakken als we weten dat het gezond is om dat te doen. Niets is duurzaam zonder grenzen." ~ Brené Brown Het is verbazingwekkend hoe snel er schuldgevoel kan optreden voor de kleinste, meest betekenisloze dingen in ons leven. Iets voor jezelf doen, nee zeggen op je werk of in je relatie…
Schuldgevoel is een emotioneel waarschuwingssignaal dat de meeste mensen leren tijdens hun sociale ontwikkeling in de kindertijd. Het zorgt er voor dat je voor, tijdens of na een bepaald gedrag je eigen daden onderzoekt. Als schuldgevoel je op deze manier feedback geeft fungeert het als een gids. Het vertelt ons waar onze grenzen liggen en waar we moeten veranderen. Soms verandert schuldgevoel in een gewoonte, een automatisch reflex bij alles wat je aan het doen bent, vooral als het met anderen te maken heeft. Als schuldgevoel buitensporig groot wordt dan is het geen gids meer maar wordt het een demon. Voortdurend geconfronteerd worden met dit vaak knagende gevoel heeft een verlammende werking. Het blokkeert je stroom van energie in het heden voor iets dat al heeft plaatsgevonden. Het ontneemt plezier. Als je een dagje met je vriendin gepland hebt maar je voelt je schuldig omdat je je gezin thuis hebt gelaten kan dit knagende gevoel gedurende de dag behoorlijk in de weg zitten. Als een deel van jezelf in beslag genomen wordt door schuldgevoel kun je eigenlijk niet meer volledig genieten. Omdat schuldgevoel vaak samen gaat met zelfevaluatie en een reeks aan malende gedachten, is het heel ontvankelijk voor vertekening. Irreële gedachten kunnen ervoor zorgen dat je je onterecht schuldig voelt. ‘Valse schuld’ ook wel een schuldcomplex genoemd, kan er als volgt uitzien:
Hoe groter het schuldgevoel is hoe meer we ons proberen te bevrijden van dit gevoel door ons onberispelijk te gedragen. We mogen geen fouten maken, niet falen en niemand teleurstellen en ga zo maar door. We creëren zelf een toeziend oog, dat voortdurend meekijkt of we het wel goed doen. Als een gedeelte van jezelf voortdurend toezicht houdt op dat wat je aan het doen bent kun je niet volledig genieten en ontneemt het je de motivatie iets nieuws te proberen. Hier lekt niet alleen veel energie in weg, het ontneemt je aan spontaniteit en plezier hebben. Het zorgt voor een constante aanwezige spanning. Bekropen door schuldgevoelens willen we ons het liefst verbergen. We denken dat wat we in ons hebben op de een of ander opzicht gebreken vertoont en dat als we onszelf blootgeven, iedereen die gebreken in volle glorie zal zien. Het blokkeert onze energie en diep van binnen ontstaat er een innerlijke hardnekkige criticus. Deze criticus is druk in de weer onrealistisch kritiek te verzamelen waardoor onze gedachten gaan tollen en we voortdurend een gevoel van spanning bij ons hebben. Doorbreek de gedachten cyclus Soms is het nodig je kritische overtuigingen over jezelf een onder de loep te nemen. Door jezelf de volgende vragen te stellen kun je helderheid creëren.
Schuld kan zo diep verankerd zijn in de manier waarop je jezelf en anderen ziet dat het extreem moeilijk is om dingen alleen te ontwarren. Gesprekstherapie kan helpen te identificeren hoe schuld je leven leidt, wat de wortels zijn en hoe je vanuit een duidelijker perspectief kunt beginnen te opereren. 'Schuldgevoel is als een zak stenen, je kunt het gewoon neerzetten. Voor wie draag je het eigenlijk?' Een van de diepste behoeften van de mens is de behoefte gehoord te worden. Wanneer deze primaire behoefte is vervuld door een aandachtige inlevende luisteraar, voelen we ons compleet en zijn we klaar om verder te gaan. Het is verbazingwekkend hoeveel genezing er kan plaatsvinden, wanneer ons verhaal, gevoelens en meningen simpelweg gehoord worden, ook al verandert er feitelijk niets aan de omstandigheden.
Gehoord worden bevestigt ons in onze waarheid en individualiteit. Het bevestigt dat we bestaan. Wanneer we niet gehoord worden beginnen we te twijfelen aan onze eigen innerlijke stem en durven we niet meer te vertrouwen op ons gevoel. Wanneer het luisteren naar onze eigen stem voor verwarring en onzekerheid zorgt, sluiten we ons af van onze eigen ervaringen, we durven er niet meer op te vertrouwen en we splitsen ons af van lichaam, gevoel en daarmee ook van de werkelijkheid. Wanneer we in het verleden vaak niet gehoord werden ontstaat er een innerlijk drang om dit in het huidige leven alsnog te ervaren. Praten veranderd dan in het onbewust zoeken naar het helen van deze onvervulde behoefte. Vaak kan iemand niet echt luisteren totdat hij het gevoel heeft zelf gehoord te zijn. Omdat we het mechanisme van verbinden middels een gesprek niet vertrouwen durven we niet goed te wachten tot de ander de verbinding met ons maakt en vullen wij de ruimte met praten uit voorzorg. Als praten ‘wachten tot de ander is uitgepraat’ wordt, creëert dat al gauw een probleem als je op deze vorm van communiceren bent aangewezen tijdens een conflict. Binnen no-time sta je namelijk als twee tegenpolen tegenover elkaar. Niets van wat er wordt gezegd wordt geabsorbeerd en gebruikt om de ander te ontmoeten. Ieder doet z’n uiterste best om z’n eigen emmer met redenen te uiten om het eigen gedrag te rechtvaardigen in de hoop daarin gehoord en begrepen te worden. “Als jij mij niet helpt in het huishouden moet je ook niet klagen als iets niets gebeurd is” “Maar als ik iets doe om je te helpen, dan doe ik het niet goed” “Dat is niet zo, wanneer heb jij mij voor het laatst geholpen?” “Nu doe je net alsof ik je nooit help” “Heb ik gisteren boodschappen gedaan of niet” Ja, omdat ik je gevraagd heb dat voor ons mee te nemen” “Nou, dan help ik je toch?” “Dat is niet wat ik bedoel.” Deze dialoog gaat over “dit is mijn ervaring” tegenover “maar ik ervaar het zo”. Dit zijn de ruzie’s waarvan je achteraf denkt hoe kunnen we toch zo lang te keer gaan tegen elkaar over zo’n onnozel onderwerp! Dit komt doordat de behoefte gehoord te worden door de ander groter is dan het vinden van een oplossing. Geen van beide partijen voelt zich begrepen en wil niet opgeven totdat de innerlijke behoefte gestild is. Hoe kun je dit patroon doorbreken? Je kunt elkaar begrijpen èn je kunt elkaar begrijpen op een manier zodat de ander zich diep van binnen gehoord voelt. Als je je gehoord voelt, voel je dat de ander zich wil verbinden met wat je zegt en er zorg voor wil dragen. De ander hoeft geen oplossing te hebben, of het met je eens te zijn. Als de ander met aandacht naar jou luistert en jouw gevoel herkent en erkent kan het innerlijke gevoel van ‘ik doe er toe’ en ‘ik mag er zijn’ weer rustig kan gaan liggen. Om dit te bereiken is het van belang dat je tijdens de communicatie bereid bent wat langer met je aandacht bij de ander te blijven. Jezelf en je eigen stuk kunnen parkeren is van essentieel belang. Daarom is de timing van het gesprek belangrijk. Als je eigen emmer al boordevol zit, als je vermoeid bent of al erg emotioneel geladen bent maak je het jezelf moeilijk omdat er letterlijk niet veel ruimte is om jezelf even te ‘in te parkeren’. Actief luisteren is actief tijd doorbrengen in het stukje van de ander. Doorvragen is hier een goed voorbeeld van. “Vertel me wat het is dat je dan voelt?” “Hoe is dat dan voor jou?” “Wat is het dat je raakt?” “Hoe voelt dat dan?” “Vertel es meer daarover?" Het is goed om het luisteren af te wisselen met te herhalen en samen te vatten wat de ander zegt. En niet verder te gaan totdat het duidelijk is dat je de ander hebt begrepen. Dit hoeft niet te betekenen dat je het eens bent met wat de ander zegt. “Als ik je goed gehoord heb, bedoel je dus dat…” “Klopt het dat je zegt dat je het gevoel hebt dat…” “Als ik je goed beluister, gebeurt er dit voor jou..” Pas als de eerste spreker tevreden is met het gevoel echt gehoord te worden, is de tweede spreker aan de beurt. “Als je er tevreden bent dat ik je juist heb verstaan, wil ik je graag mijn kant vertellen, is dat goed?” Door met aandacht in de belevingswereld van de ander te blijven, voelt de ander zich gehoord en verschuift de focus van het tegen over elkaar staan, naar een gevoel van jij en ik samen. “Goh dus toen ik dacht dat ik … voelde jij al die tijd…” “Nu zie ik in dat jij dus steeds maar het gevoel dat … en ik in de tussentijd dacht dat…” De afzonderlijke ervaringen worden één geheel en nu je beide weer aan dezelfde kant staat kan er een echt gesprek plaats vinden. De verhouding twee oren - één mond lijkt dus niet voor niets! |
Archief
February 2020
|